Summary
Dutch Synonyms:   more detail...
  1. koek:
  2. koeken:


Dutch

Detailed Synonyms for koek in Dutch

koek:

koek [de ~ (m)] noun

  1. de koek
    het koekje; de biscuit; de koek; het kaakje; het biscuitje
  2. de koek
    – van deeg gebakken eetbaar ding 1
    de koek
    – van deeg gebakken eetbaar ding 1
    • koek [de ~ (m)] noun
      • wil je een koekje bij de thee?1

Related Words for "koek":


Related Definitions for "koek":

  1. van deeg gebakken eetbaar ding1
    • wil je een koekje bij de thee?1

koek form of koeken:

koeken [de ~] noun, plural

  1. de koeken
    de koeken

Related Words for "koeken":