Summary


Dutch

Detailed Synonyms for toegrijpen in Dutch

toegrijpen:

toegrijpen verb (grijp toe, grijpt toe, greep toe, grepen toe, toegegrepen)

  1. toegrijpen
    toegrijpen; zich bedienen; grijpen; ingrijpen; toetasten; aanpakken
    • toegrijpen verb (grijp toe, grijpt toe, greep toe, grepen toe, toegegrepen)
    • grijpen verb (grijp, grijpt, greep, grepen, gegrepen)
    • ingrijpen verb (grijp in, grijpt in, greep in, grepen in, ingegrepen)
    • toetasten verb (tast toe, tastte toe, tastten toe, toegetast)
    • aanpakken verb (pak aan, pakt aan, pakte aan, pakten aan, aangepakt)

Conjugations for toegrijpen:

o.t.t.
  1. grijp toe
  2. grijpt toe
  3. grijpt toe
  4. grijpen toe
  5. grijpen toe
  6. grijpen toe
o.v.t.
  1. greep toe
  2. greep toe
  3. greep toe
  4. grepen toe
  5. grepen toe
  6. grepen toe
v.t.t.
  1. heb toegegrepen
  2. hebt toegegrepen
  3. heeft toegegrepen
  4. hebben toegegrepen
  5. hebben toegegrepen
  6. hebben toegegrepen
v.v.t.
  1. had toegegrepen
  2. had toegegrepen
  3. had toegegrepen
  4. hadden toegegrepen
  5. hadden toegegrepen
  6. hadden toegegrepen
o.t.t.t.
  1. zal toegrijpen
  2. zult toegrijpen
  3. zal toegrijpen
  4. zullen toegrijpen
  5. zullen toegrijpen
  6. zullen toegrijpen
o.v.t.t.
  1. zou toegrijpen
  2. zou toegrijpen
  3. zou toegrijpen
  4. zouden toegrijpen
  5. zouden toegrijpen
  6. zouden toegrijpen
en verder
  1. ben toegegrepen
  2. bent toegegrepen
  3. is toegegrepen
  4. zijn toegegrepen
  5. zijn toegegrepen
  6. zijn toegegrepen
diversen
  1. grijp toe!
  2. grijpt toe!
  3. toegegrepen
  4. toegrijpend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze