Dutch

Detailed Translations for beroemd from Dutch to Swedish

beroemd:


Translation Matrix for beroemd:

NounRelated TranslationsOther Translations
bekant bekende persoon; kennis
framstående voorbedachtheid
ModifierRelated TranslationsOther Translations
ansett aanzienlijk; adelijk; beroemd; doorluchtig; gedistingeerd; gewichtig; hooggeplaatst; illuster; verheven; voornaam
bekant befaamd; beroemd
berömd befaamd; beroemd glorierijk; roemrijk; roemvol; vermaard
berömdt befaamd; beroemd
distingerat aanzienlijk; adelijk; beroemd; doorluchtig; gedistingeerd; gewichtig; hooggeplaatst; illuster; verheven; voornaam
framstående aanzienlijk; adelijk; beroemd; doorluchtig; gedistingeerd; gewichtig; hooggeplaatst; illuster; verheven; voornaam befaamd; deftig; eruitspringend; geacht; gedistingeerd; hooggeplaatst; hooggezeten; onafgelost; opvallend; prominent; uitsteken; vooraanstaand; vooraanstaande; voornaam
högt uppsatt aanzienlijk; adelijk; beroemd; doorluchtig; gedistingeerd; gewichtig; hooggeplaatst; illuster; verheven; voornaam
känd befaamd; beroemd berucht; fameus; notoir; ruchtbaar
känt befaamd; beroemd berucht; fameus; notoir; ruchtbaar
populärt befaamd; beroemd begeerd; begerenswaardig; gevierd; gewild; geziene; gezocht; populair; veelgevraagd; welkome
välkänt befaamd; beroemd fameus; ruchtbaar

Related Words for "beroemd":

  • beroemdheid, beroemder, beroemdere, beroemdst, beroemdste

Related Definitions for "beroemd":

  1. door veel mensen gekend of bewonderd1
    • deze schrijver is beroemd1

Wiktionary Translations for beroemd:


Cross Translation:
FromToVia
beroemd berömd; känd famous — well known
beroemd berömd renowned — famous
beroemd beryktad; berömd; frejdad; känd célèbre — Qui est très connaître par une population et ses médias.
beroemd renommerad; beryktad; berömd; frejdad fameux — Dont la réputation est très grande.
beroemd gloriös glorieux — Qui donner de la gloire.

beroemd form of beroemen:

beroemen verb (beroem, beroemt, beroemde, beroemden, beroemd)

  1. beroemen (roem dragen)
    vara stolt över; berömma sig av

Conjugations for beroemen:

o.t.t.
  1. beroem
  2. beroemt
  3. beroemt
  4. beroemen
  5. beroemen
  6. beroemen
o.v.t.
  1. beroemde
  2. beroemde
  3. beroemde
  4. beroemden
  5. beroemden
  6. beroemden
v.t.t.
  1. heb beroemd
  2. hebt beroemd
  3. heeft beroemd
  4. hebben beroemd
  5. hebben beroemd
  6. hebben beroemd
v.v.t.
  1. had beroemd
  2. had beroemd
  3. had beroemd
  4. hadden beroemd
  5. hadden beroemd
  6. hadden beroemd
o.t.t.t.
  1. zal beroemen
  2. zult beroemen
  3. zal beroemen
  4. zullen beroemen
  5. zullen beroemen
  6. zullen beroemen
o.v.t.t.
  1. zou beroemen
  2. zou beroemen
  3. zou beroemen
  4. zouden beroemen
  5. zouden beroemen
  6. zouden beroemen
diversen
  1. beroem!
  2. beroemt!
  3. beroemd
  4. beroemend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

beroemen [znw.] noun

  1. beroemen

Translation Matrix for beroemen:

NounRelated TranslationsOther Translations
vara stolt över beroemen
VerbRelated TranslationsOther Translations
berömma sig av beroemen; roem dragen zich laten voorstaan
vara stolt över beroemen; roem dragen zich laten voorstaan