Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. bewogenheid:
  2. bewogen:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for bewogenheid from Dutch to Swedish

bewogenheid:

bewogenheid [de ~ (v)] noun

  1. de bewogenheid

Translation Matrix for bewogenheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
sinnesrörelse bewogenheid emotionaliteit; gevoeligheid

Related Words for "bewogenheid":


Wiktionary Translations for bewogenheid:


Cross Translation:
FromToVia
bewogenheid oro; upphetsning; sinnesrörelse émotion — Réaction affectif subite, temporaire et involontaire, souvent accompagnée de manifestations physiques, provoquée par un sentiment intense de peur, de colère, de surprise, etc.

bewogen:


Translation Matrix for bewogen:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
emotionellt bewogen; gepassioneerd; gevoelvol; geëmotioneerd emotioneel; gevoelig
känslig bewogen; gepassioneerd; gevoelvol; geëmotioneerd delicaat; emotioneel; gevoelig; hachelijk; kregel; kritiek; lastig; netelig; penibel; precair; prikkelbaar; sensitief
känsligt bewogen; gepassioneerd; gevoelvol; geëmotioneerd delicaat; fijngevoelig; fijnzinnig; gevoelig; hachelijk; kregel; kritiek; lastig; netelig; penibel; precair; prikkelbaar; sensitief; teerbesnaard; teergevoelig; vatbaar
oroligt bewogen; onrustig; roerig; turbulent; veelbewogen; woelig angstig; bang; bevreesd; bezorgd; in angst; ongerust; onrustig; piekerig; roerig; rusteloos; tobberig; verontrust; verschrikt; vreesachtig; woelig; zwaartillend
retad aangedaan; bewogen; geroerd
rörd aangedaan; bewogen; geroerd geraakt; getoucheerd; ontroerd
tumultartad bewogen; onrustig; roerig; turbulent; veelbewogen; woelig
tumultartat bewogen; onrustig; roerig; turbulent; veelbewogen; woelig
turbulent bewogen; onrustig; roerig; turbulent; veelbewogen; woelig

Related Words for "bewogen":