Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. bokkig zijn:


Dutch

Detailed Translations for bokkig zijn from Dutch to Swedish

bokkig zijn:

bokkig zijn verb (ben bokkig, bent bokkig, is bokkig, was bokkig, waren bokkig, bokkig geweest)

  1. bokkig zijn (steigeren; bokken)
    vara tvär; vara vresig
    • vara tvär verb (är tvär, var tvär, varit tvär)
    • vara vresig verb (är vresig, var vresig, varit vresig)

Conjugations for bokkig zijn:

o.t.t.
  1. ben bokkig
  2. bent bokkig
  3. is bokkig
  4. zijn bokkig
  5. zijn bokkig
  6. zijn bokkig
o.v.t.
  1. was bokkig
  2. was bokkig
  3. was bokkig
  4. waren bokkig
  5. waren bokkig
  6. waren bokkig
v.t.t.
  1. ben bokkig geweest
  2. bent bokkig geweest
  3. is bokkig geweest
  4. zijn bokkig geweest
  5. zijn bokkig geweest
  6. zijn bokkig geweest
v.v.t.
  1. was bokkig geweest
  2. was bokkig geweest
  3. was bokkig geweest
  4. waren bokkig geweest
  5. waren bokkig geweest
  6. waren bokkig geweest
o.t.t.t.
  1. zal bokkig zijn
  2. zult bokkig zijn
  3. zal bokkig zijn
  4. zullen bokkig zijn
  5. zullen bokkig zijn
  6. zullen bokkig zijn
o.v.t.t.
  1. zou bokkig zijn
  2. zou bokkig zijn
  3. zou bokkig zijn
  4. zouden bokkig zijn
  5. zouden bokkig zijn
  6. zouden bokkig zijn
diversen
  1. ben bokkig!
  2. bokkig geweest
  3. bokkig zijnd
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for bokkig zijn:

VerbRelated TranslationsOther Translations
vara tvär bokken; bokkig zijn; steigeren kniezen; mokken
vara vresig bokken; bokkig zijn; steigeren

Related Translations for bokkig zijn