Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. hobbeling:


Dutch

Detailed Translations for hobbeling from Dutch to Swedish

hobbeling:

hobbeling [znw.] noun

  1. hobbeling
    stöt; ojämnhet

Translation Matrix for hobbeling:

NounRelated TranslationsOther Translations
ojämnhet hobbeling bobbel; grofheid; hobbel; hobbeligheid; oneffenheid; ongelijkheid; opgezwollenheid; ruw van makelij; ruwheid
stöt hobbeling bons; duw; duwtje; geschok; geschud; hengst; klap; lel; mep; muilpeer; opdonder; opduvel; oplawaai; opstopper; peut; pof; por; stoot; stootje; stuwdruk; zet
OtherRelated TranslationsOther Translations
stöt botsing