Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. monteren en aansluiten:


Dutch

Detailed Translations for monteren en aansluiten from Dutch to Swedish

monteren en aansluiten:

monteren en aansluiten verb

  1. monteren en aansluiten (installeren; aanleggen; plaatsen; aanbrengen)
    sätta ihop; montera
    • sätta ihop verb (sätter ihop, satte ihop, satt ihop)
    • montera verb (monterar, monterade, monterat)

Translation Matrix for monteren en aansluiten:

NounRelated TranslationsOther Translations
sätta ihop bijeenplaatsing
VerbRelated TranslationsOther Translations
montera aanbrengen; aanleggen; installeren; monteren en aansluiten; plaatsen koppelen
sätta ihop aanbrengen; aanleggen; installeren; monteren en aansluiten; plaatsen formeren; samenschikken

Related Translations for monteren en aansluiten