Summary


Dutch

Detailed Translations for ombrengen from Dutch to Swedish

ombrengen:

ombrengen verb (breng om, brengt om, bracht om, brachten om, omgebracht)

  1. ombrengen (doden; vermoorden; liquideren; )
    mörda; ha ihjäl; döda
    • mörda verb (mördar, mördade, mördat)
    • ha ihjäl verb (har ihjäl, hade ihjäl, haft ihjäl)
    • döda verb (dödar, dödade, dödat)
  2. ombrengen (vermoorden; afmaken; moorden; )
    mörda
    • mörda verb (mördar, mördade, mördat)
  3. ombrengen (doodvonnis uitvoeren; executeren; vermoorden; doodschieten; om het leven brengen)
    avrätta; verkställa dödsdom
    • avrätta verb (avrättar, avrättade, avrättat)
    • verkställa dödsdom verb (verkställer dödsdom, verkställde dödsdom, verkställt dödsdom)

Conjugations for ombrengen:

o.t.t.
  1. breng om
  2. brengt om
  3. brengt om
  4. brengen om
  5. brengen om
  6. brengen om
o.v.t.
  1. bracht om
  2. bracht om
  3. bracht om
  4. brachten om
  5. brachten om
  6. brachten om
v.t.t.
  1. heb omgebracht
  2. hebt omgebracht
  3. heeft omgebracht
  4. hebben omgebracht
  5. hebben omgebracht
  6. hebben omgebracht
v.v.t.
  1. had omgebracht
  2. had omgebracht
  3. had omgebracht
  4. hadden omgebracht
  5. hadden omgebracht
  6. hadden omgebracht
o.t.t.t.
  1. zal ombrengen
  2. zult ombrengen
  3. zal ombrengen
  4. zullen ombrengen
  5. zullen ombrengen
  6. zullen ombrengen
o.v.t.t.
  1. zou ombrengen
  2. zou ombrengen
  3. zou ombrengen
  4. zouden ombrengen
  5. zouden ombrengen
  6. zouden ombrengen
en verder
  1. is omgebracht
  2. zijn omgebracht
diversen
  1. breng om!
  2. brengt om!
  3. omgebracht
  4. ombrengend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for ombrengen:

NounRelated TranslationsOther Translations
döda doden; van kant maken
VerbRelated TranslationsOther Translations
avrätta doodschieten; doodvonnis uitvoeren; executeren; om het leven brengen; ombrengen; vermoorden executeren; ter dood brengen; terechtstellen; voltrekken
döda afmaken; doden; doodmaken; doodslaan; liquideren; ombrengen; van kant maken; vermoorden
ha ihjäl afmaken; doden; doodmaken; doodslaan; liquideren; ombrengen; van kant maken; vermoorden
mörda afmaken; afslachten; doden; doodmaken; doodslaan; liquideren; moorden; om het leven brengen; ombrengen; van kant maken; vermoorden
verkställa dödsdom doodschieten; doodvonnis uitvoeren; executeren; om het leven brengen; ombrengen; vermoorden

Wiktionary Translations for ombrengen:


Cross Translation:
FromToVia
ombrengen slopa; besegra; avliva; avrätta; dräpa; förnedra; förödmjuka abattre — Traductions à trier suivant le sens
ombrengen mörda; avliva; avrätta; dräpa; korrigera rectifiercorriger une chose, la remettre dans l’état, dans l’ordre où elle doit être.
ombrengen avliva; avrätta; dräpa tuerôter la vie d’une manière violente ; il ne se dit pas quand il s’agit soit d’une exécution de justice, soit d’une mort par noyade, étouffement ou empoisonnement.