Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. overlaten:


Dutch

Detailed Translations for overlaten from Dutch to Swedish

overlaten:

overlaten verb (laat over, liet over, lieten over, over gelaten)

  1. overlaten
    låta
    • låta verb (låter, låt, låtit)

Conjugations for overlaten:

o.t.t.
  1. laat over
  2. laat over
  3. laat over
  4. laten over
  5. laten over
  6. laten over
o.v.t.
  1. liet over
  2. liet over
  3. liet over
  4. lieten over
  5. lieten over
  6. lieten over
v.t.t.
  1. heb over gelaten
  2. hebt over gelaten
  3. heeft over gelaten
  4. hebben over gelaten
  5. hebben over gelaten
  6. hebben over gelaten
v.v.t.
  1. had over gelaten
  2. had over gelaten
  3. had over gelaten
  4. hadden over gelaten
  5. hadden over gelaten
  6. hadden over gelaten
o.t.t.t.
  1. zal overlaten
  2. zult overlaten
  3. zal overlaten
  4. zullen overlaten
  5. zullen overlaten
  6. zullen overlaten
o.v.t.t.
  1. zou overlaten
  2. zou overlaten
  3. zou overlaten
  4. zouden overlaten
  5. zouden overlaten
  6. zouden overlaten
en verder
  1. ben overgelaten
  2. bent overgelaten
  3. is overgelaten
  4. zijn overgelaten
  5. zijn overgelaten
  6. zijn overgelaten
diversen
  1. laat over!
  2. laat over!
  3. over gelaten
  4. overlatend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for overlaten:

VerbRelated TranslationsOther Translations
låta overlaten geluid maken; verhuren

Related Definitions for "overlaten":

  1. het hem laten doen1
    • dat werk laat ik aan jou over1

Related Translations for overlaten