Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. terugnemen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for terugnemen from Dutch to Swedish

terugnemen:

terugnemen verb (neem terug, neemt terug, nam terug, namen terug, teruggenomen)

  1. terugnemen (herroepen; terugkomen op; intrekken)
    återkalla
    • återkalla verb (återkallar, återkallade, återkallat)

Conjugations for terugnemen:

o.t.t.
  1. neem terug
  2. neemt terug
  3. neemt terug
  4. nemen terug
  5. nemen terug
  6. nemen terug
o.v.t.
  1. nam terug
  2. nam terug
  3. nam terug
  4. namen terug
  5. namen terug
  6. namen terug
v.t.t.
  1. heb teruggenomen
  2. hebt teruggenomen
  3. heeft teruggenomen
  4. hebben teruggenomen
  5. hebben teruggenomen
  6. hebben teruggenomen
v.v.t.
  1. had teruggenomen
  2. had teruggenomen
  3. had teruggenomen
  4. hadden teruggenomen
  5. hadden teruggenomen
  6. hadden teruggenomen
o.t.t.t.
  1. zal terugnemen
  2. zult terugnemen
  3. zal terugnemen
  4. zullen terugnemen
  5. zullen terugnemen
  6. zullen terugnemen
o.v.t.t.
  1. zou terugnemen
  2. zou terugnemen
  3. zou terugnemen
  4. zouden terugnemen
  5. zouden terugnemen
  6. zouden terugnemen
en verder
  1. ben teruggenomen
  2. bent teruggenomen
  3. is teruggenomen
  4. zijn teruggenomen
  5. zijn teruggenomen
  6. zijn teruggenomen
diversen
  1. neem terug!
  2. neemt terug!
  3. teruggenomen
  4. terugnemend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

terugnemen [znw.] noun

  1. terugnemen (herroepen; opheffen; intrekken)

Translation Matrix for terugnemen:

NounRelated TranslationsOther Translations
höjande herroepen; intrekken; opheffen; terugnemen
VerbRelated TranslationsOther Translations
återkalla herroepen; intrekken; terugkomen op; terugnemen delgen; herroepen; intrekken; tenietdoen; terughalen; terugkomen op; terugroepen; vernietigen; zijn woorden terugnemen

Wiktionary Translations for terugnemen:


Cross Translation:
FromToVia
terugnemen överlämna abandon — to relinquish a claim to property
terugnemen avskaffa; upphäva abroger — Rendre nul. principalement en parlant de lois, de coutumes
terugnemen arbeställa; annullera annulerrendre nul.
terugnemen arbeställa; utplåna supprimer — Traductions à trier suivant le sens

External Machine Translations:

Related Translations for terugnemen