Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. toeslag:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for toeslag from Dutch to Swedish

toeslag:

toeslag [de ~ (m)] noun

  1. de toeslag (bonus; tantième; premie; extraatje)
    bonus
  2. de toeslag
    avgift; tillägg

Translation Matrix for toeslag:

NounRelated TranslationsOther Translations
avgift toeslag belasting; heffing; kosten; leges; reisbiljet; soldij; taxatiewaarde; tolheffing; toltarief; wedde
bonus bonus; extraatje; premie; tantième; toeslag agio's; extra beloning; loonpremie; opcenten; opslagen; premie; tantième; toeslagen; verhogingen; winstdeel
tillägg toeslag aanbouw; aanhangsel; aanhangsels; aanvullen; aanvullende voorstellen; aanvulling; addenda; addendum; amendementen; appendix; bijtelling; bijvoegsel; bijvoegsels; diverse toeslagen; invoegtoepassing; inzetstuk; optelling; samentelling; som; supplement; supplementen; suppletie; tegemoetkomingen; toelages; toeleggingen; toevoeging; toevoegingen; toevoegsel; toevoegsels; uitbouw
ModifierRelated TranslationsOther Translations
tillägg extra; toegevoegd

Related Words for "toeslag":


Wiktionary Translations for toeslag:


Cross Translation:
FromToVia
toeslag bihang appendice — Ce qui semble appendre, ajouter à une autre chose. On trouve plus rarement son synonyme : appendage.