Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. verschraald:
  2. verschralen:


Dutch

Detailed Translations for verschraald from Dutch to French

verschraald:

verschraald adj

  1. verschraald

Translation Matrix for verschraald:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
altéré verschraald dorst hebbend; dorstig; verdraaid; verwrongen
amaigri verschraald graatachtig; graatmager; totaal vermagerd
émacié verschraald

verschralen:

verschralen verb (verschraal, verschraalt, verschraalde, verschraalden, verschraald)

  1. verschralen
    amaigrir
    • amaigrir verb (amaigris, amaigrit, amaigrissons, amaigrissez, )

Conjugations for verschralen:

o.t.t.
  1. verschraal
  2. verschraalt
  3. verschraalt
  4. verschralen
  5. verschralen
  6. verschralen
o.v.t.
  1. verschraalde
  2. verschraalde
  3. verschraalde
  4. verschraalden
  5. verschraalden
  6. verschraalden
v.t.t.
  1. heb verschraald
  2. hebt verschraald
  3. heeft verschraald
  4. hebben verschraald
  5. hebben verschraald
  6. hebben verschraald
v.v.t.
  1. had verschraald
  2. had verschraald
  3. had verschraald
  4. hadden verschraald
  5. hadden verschraald
  6. hadden verschraald
o.t.t.t.
  1. zal verschralen
  2. zult verschralen
  3. zal verschralen
  4. zullen verschralen
  5. zullen verschralen
  6. zullen verschralen
o.v.t.t.
  1. zou verschralen
  2. zou verschralen
  3. zou verschralen
  4. zouden verschralen
  5. zouden verschralen
  6. zouden verschralen
diversen
  1. verschraal!
  2. verschraalt!
  3. verschraald
  4. verschralend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for verschralen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
amaigrir verschralen