Summary
German to Dutch:   more detail...
  1. Demontage:
  2. Wiktionary:
Dutch to German:   more detail...
  1. demontage:


German

Detailed Translations for Demontage from German to Dutch

Demontage:

Demontage [die ~] noun

  1. die Demontage (Abriß; Abbrechen; Abreißen)
    de ontmanteling; de demontage; uiteenname
  2. die Demontage (Abreißen; Verschrottung; Abriß; Abbruch)
    de sloop; de afbraak

Translation Matrix for Demontage:

NounRelated TranslationsOther Translations
afbraak Abbruch; Abreißen; Abriß; Demontage; Verschrottung
demontage Abbrechen; Abreißen; Abriß; Demontage
ontmanteling Abbrechen; Abreißen; Abriß; Demontage
sloop Abbruch; Abreißen; Abriß; Demontage; Verschrottung
uiteenname Abbrechen; Abreißen; Abriß; Demontage

Synonyms for "Demontage":


Wiktionary Translations for Demontage:

Demontage
noun
  1. de daad van het slopen, afbreken



Dutch

Detailed Translations for Demontage from Dutch to German

demontage:

demontage [de ~ (v)] noun

  1. de demontage (ontmanteling; uiteenname)
    die Demontage; der Abriß; Abbrechen; Abreißen

Translation Matrix for demontage:

NounRelated TranslationsOther Translations
Abbrechen demontage; ontmanteling; uiteenname afbestellen; annuleren; wegbreken
Abreißen demontage; ontmanteling; uiteenname afbraak; sloop
Abriß demontage; ontmanteling; uiteenname afbraak; grondplan; laag; niveau; peil; plan; plattegrond; sloop; stadskaart; stand
Demontage demontage; ontmanteling; uiteenname afbraak; sloop
VerbRelated TranslationsOther Translations
Abbrechen Annuleren

Related Words for "demontage":

  • demontages