German

Detailed Translations for geil from German to Dutch

geil:


Translation Matrix for geil:

AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
geil Seksuell gereitst sein; aufgeregt; aufgregend; begeistert; brünstig; eifrig; enthusiastisch; entzückt; erregend; erregt; feurig; geil; gereizt; glühend; heiß; hingebungsvoll; hitzig; inbrünstig; lüstern
heet Seksuell gereitst sein; aufgeregt; aufgregend; begeistert; brünstig; eifrig; enthusiastisch; entzückt; erregend; erregt; feurig; geil; gereizt; glühend; heiß; hingebungsvoll; hitzig; inbrünstig; lüstern feurig; gepfeffert; gewürzt; heiß; herzhaft; pikant; prikelnder Geschmack; scharf; scharf gewürzt; würzig
hitsig Seksuell gereitst sein; aufgeregt; aufgregend; begeistert; brünstig; eifrig; enthusiastisch; entzückt; erregend; erregt; feurig; geil; gereizt; glühend; heiß; hingebungsvoll; hitzig; inbrünstig; lüstern
opgewonden Seksuell gereitst sein; aufgeregt; aufgregend; begeistert; brünstig; eifrig; enthusiastisch; entzückt; erregend; erregt; feurig; geil; gereizt; glühend; heiß; hingebungsvoll; hitzig; inbrünstig; lüstern
opwindend aufregend; geil; sexy aufsehenerregend; ergreifend; sensationell
pikant aufregend; geil; sexy brünstig; feurig; frivol; gepfeffert; gewagt; gewürzt; herausfordernd; herzhaft; lüstern; pikant; prikelnder Geschmack; scharf; scharf gewürzt; schwül; sinnlich; wagemutig; würzig
sexy aufregend; geil; sexy
ModifierRelated TranslationsOther Translations
seksueel opgewonden Seksuell gereitst sein; aufgeregt; aufgregend; begeistert; brünstig; eifrig; enthusiastisch; entzückt; erregend; erregt; feurig; geil; gereizt; glühend; heiß; hingebungsvoll; hitzig; inbrünstig; lüstern
soppig geil; heiß; wollüstig

Synonyms for "geil":


Wiktionary Translations for geil:

geil
adjective
  1. erregt, sexuell fordernd, jemanden sexuell attraktiv findend
geil
adjective
  1. informeel voor geweldig

Cross Translation:
FromToVia
geil cool cool — colloquial: being considered as "popular" by others
geil geil; opgewonden horny — sexually aroused
geil fijne; fijn nice — showing or requiring great precision or sensitive discernment

Related Translations for geil



Dutch

Detailed Translations for geil from Dutch to German

geil:


Translation Matrix for geil:

AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
heiß heet
ModifierRelated TranslationsOther Translations
Seksuell gereitst sein geil; heet; hitsig; opgewonden; seksueel opgewonden
aufgeregt geil; heet; hitsig; opgewonden; seksueel opgewonden boos; furieus; geagiteerd; gebelgd; gekwetst; gepassioneerd; gepikeerd; geprikkeld; geërgerd; geïrriteerd; hartstochtelijk; heftig; kwaad; levendig; met hevige passie; misnoegd; nijdig; ontstemd; razend; spinnijdig; toornig; verhit; verontwaardigd; verstoord; vertoornd; vurig; woest; wrevelig; ziedend
aufgregend geil; heet; hitsig; opgewonden; seksueel opgewonden
begeistert geil; heet; hitsig; opgewonden; seksueel opgewonden bevlogen; bezield; blij; blijgeestig; blijmoedig; dartel; dolblij; enthousiast; fideel; fleurig; geestdriftig; geestig; gepassioneerd; goed geluimd; hartstochtelijk; heftig; inblij; jolig; kleurig; kwiek; levendig; lustig; met hevige passie; monter; ontzettend blij; opgeruimd; opgetogen; opgewekt; uitgelaten; verblijd; verheugd; vrolijk; vurig; wakker; welgemoed; welgestemd; zonnig
brünstig geil; heet; hitsig; opgewonden; seksueel opgewonden bronstig; krols; loops; pikant; verhit; vurig; zinnenprikkelend
eifrig geil; heet; hitsig; opgewonden; seksueel opgewonden actief; ambitieus; bedreven; bedrijvig; bezet; bezeten; bezig; daadkrachtig; druk; drukbezet; drukpratend; dynamisch; eerzuchtig; energiek; fanatiek; geanimeerd; gepassioneerd; gretig; happig; hartstochtelijk; heetbloedig; noest; onvermoeibaar; stormachtig; streverig; temperamentvol; vurig; warmbloedig
enthusiastisch geil; heet; hitsig; opgewonden; seksueel opgewonden bevlogen; bezield; enthousiast; geestdriftig; gepassioneerd; hartstochtelijk; heftig; met hevige passie; vurig
entzückt geil; heet; hitsig; opgewonden; seksueel opgewonden aangetrokken tot; bekoord; blij; blijgestemd; blijmoedig; dolblij; gecharmeerd; inblij; ontzettend blij; opgetogen; opgewekt; verblijd; verheugd; vrolijk
erregend geil; heet; hitsig; opgewonden; seksueel opgewonden
erregt geil; heet; hitsig; opgewonden; seksueel opgewonden aangebrand; erg; fel; geagiteerd; gepassioneerd; gepikeerd; geprikkeld; geërgerd; geïrriteerd; hartstochtelijk; heetbloedig; heethoofdig; heftig; hevig; krachtig; levendig; met hevige passie; misnoegd; ontstemd; pissig; prikkelbaar; verhit; vurig; wrevelig
feurig geil; heet; hitsig; opgewonden; seksueel opgewonden brandend; erg; fel; fonkelend; geagiteerd; gekruid; gepassioneerd; gepeperd; gloedvol; gloeiend; hartig; hartstochtelijk; heet; heetbloedig; heethoofdig; heftig; hevig; krachtig; levendig; meedogenloos; met hevige passie; pikant; pittig; stormachtig; temperamentvol; verhit; vlammend; vurig; warm; warmbloedig; wreed
geil geil; heet; hitsig; opgewonden; seksueel opgewonden opwindend; pikant; sexy; soppig
gereizt geil; heet; hitsig; opgewonden; seksueel opgewonden aangebrand; erg; fel; geprikkeld; gespannen; gestressd; geërgerd; geïrriteerd; heftig; hevig; krachtig; opgefokt; opgehitst; opgejaagd; pissig; prikkelbaar
glühend geil; heet; hitsig; opgewonden; seksueel opgewonden blakend; brandend; fervent; fit; getraind; gezond; gloeiend; roodgloeiend; smeulend; verhit; vlammend; vurig; zonder ziekte
heiß geil; heet; hitsig; opgewonden; seksueel opgewonden hartelijk; minnelijk; soppig; vriendelijk
hingebungsvoll geil; heet; hitsig; opgewonden; seksueel opgewonden bezetene; fanatieke; gepassioneerd; hartstochtelijk; heetbloedig; stormachtig; temperamentvol; toegewijd; vurig; warmbloedig
hitzig geil; heet; hitsig; opgewonden; seksueel opgewonden driftig; erg; fel; geagiteerd; gepassioneerd; hartstochtelijk; heetbloedig; heetgebakerd; heftig; hevig; koortsig; krachtig; levendig; met hevige passie; onbeheerst; onstuimig; stormachtig; temperamentvol; verhit; verwoed; vurig; warmbloedig
inbrünstig geil; heet; hitsig; opgewonden; seksueel opgewonden diepgevoeld; erg; fel; gepassioneerd; hartstochtelijk; heetbloedig; heftig; hevig; innig; krachtig; stormachtig; temperamentvol; verhit; vurig; warmbloedig
lüstern geil; heet; hitsig; opgewonden; seksueel opgewonden begerend; gretig; hanig; happig; pikant; verlangend; verzot; zinnenprikkelend

Related Words for "geil":

  • geilheid, geiler, geilere, geilst, geilste, geile

Wiktionary Translations for geil:

geil
adjective
  1. erregt, sexuell fordernd, jemanden sexuell attraktiv findend

Cross Translation:
FromToVia
geil geil; heiß; spitz; erregt horny — sexually aroused
geil heiß; scharf hot — slang: physically very attractive

geil form of geilen:

geilen verb (geil, geilt, geilde, geilden, gegeild)

  1. geilen

Conjugations for geilen:

o.t.t.
  1. geil
  2. geilt
  3. geilt
  4. geilen
  5. geilen
  6. geilen
o.v.t.
  1. geilde
  2. geilde
  3. geilde
  4. geilden
  5. geilden
  6. geilden
v.t.t.
  1. heb gegeild
  2. hebt gegeild
  3. heeft gegeild
  4. hebben gegeild
  5. hebben gegeild
  6. hebben gegeild
v.v.t.
  1. had gegeild
  2. had gegeild
  3. had gegeild
  4. hadden gegeild
  5. hadden gegeild
  6. hadden gegeild
o.t.t.t.
  1. zal geilen
  2. zult geilen
  3. zal geilen
  4. zullen geilen
  5. zullen geilen
  6. zullen geilen
o.v.t.t.
  1. zou geilen
  2. zou geilen
  3. zou geilen
  4. zouden geilen
  5. zouden geilen
  6. zouden geilen
diversen
  1. geil!
  2. geilt!
  3. gegeild
  4. geilend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for geilen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
auf etwas abfahren geilen
auf etwas geil sein geilen