Summary
German to Dutch:   more detail...
  1. instandhalten:
  2. Wiktionary:


German

Detailed Translations for instand halten from German to Dutch

instandhalten:

instandhalten verb

  1. instandhalten (erhalten; behalten; handhaben; )
    handhaven; stand houden
  2. instandhalten (erhalten; wahren; bewahren)
    instandhouden; conserveren
    • instandhouden verb (hou in stand, houdt in stand, hield in stand, hielden in stand, in stand gehouden)
    • conserveren verb (conserveer, conserveert, conserveerde, conserveerden, geconserveerd)

Translation Matrix for instandhalten:

NounRelated TranslationsOther Translations
instandhouden Aufrechterhalten; Erhalten; Instanthalten
VerbRelated TranslationsOther Translations
conserveren bewahren; erhalten; instandhalten; wahren aufbewahren; aufheben; bewahren; einbüchsen; einkochen; einlegen; einmachen; konservieren
handhaven behalten; beibehalten; bewahren; erhalten; handhaben; instandhalten; wahren
instandhouden bewahren; erhalten; instandhalten; wahren
stand houden behalten; beibehalten; bewahren; erhalten; handhaben; instandhalten; wahren

Synonyms for "instandhalten":


in Stand halten:


Synonyms for "in Stand halten":



Wiktionary Translations for instand halten:

instand halten
  1. etwas so behandeln, dass es in einem Zustand bleibt, der als gut oder in Ordnung bezeichnet werden kann

External Machine Translations:

Related Translations for instand halten