Summary
German to Dutch:   more detail...
  1. Docht:
  2. Wiktionary:


German

Detailed Translations for Docht from German to Dutch

Docht:

Docht [der ~] noun

  1. der Docht (Glühstrumpf)
    het kousje; het lampenkousje
  2. der Docht (Zündung; Lunte; Entzündung; )
    de ontsteking; de lont
  3. der Docht (Kerzendocht)
    de pit; de kaarsenpit

Translation Matrix for Docht:

NounRelated TranslationsOther Translations
kaarsenpit Docht; Kerzendocht Dochte
kousje Docht; Glühstrumpf
lampenkousje Docht; Glühstrumpf Glühdocht; Lampendocht
lont Docht; Entzündung; Flamme; Kerzendocht; Kontakt; Lunte; Zündschnur; Zündung
ontsteking Docht; Entzündung; Flamme; Kerzendocht; Kontakt; Lunte; Zündschnur; Zündung Ansteckung; Entzündung; Infektion
pit Docht; Kerzendocht Dochte; Elan; Fruchtkern; Kern; Nuß; Schwung; Stein

Wiktionary Translations for Docht:

Docht
noun
  1. een hulpmiddel om een brandstof in licht om te zetten, dat deel uitmaakt van een olie- of petroleumlamp
  2. lont van een kaars
  3. een pit van een lamp

Cross Translation:
FromToVia
Docht lont wick — the porous cord that draws up liquid fuel for burning
Docht kousje; lont; pit; lampepit mèche — Assemblage de fils