Summary
German to Dutch:   more detail...
  1. Haarknoten:
  2. Wiktionary:
    • Haarknoten → knot


German

Detailed Translations for Haarknoten from German to Dutch

Haarknoten:

Haarknoten [der ~] noun

  1. der Haarknoten (Knoten; Dutt)
    de knot; knotje haar
  2. der Haarknoten (Knoten; Strähne; Knötchen; Knäuel; Dutt)
    de knoedel; de vlecht; de kluwen; haarknot; het knoedeltje; de knot; het knotje; de knoet; de wrong

Haarknoten [die ~] noun

  1. die Haarknoten
    haarknotten

Translation Matrix for Haarknoten:

NounRelated TranslationsOther Translations
haarknot Dutt; Haarknoten; Knoten; Knäuel; Knötchen; Strähne
haarknotten Haarknoten
kluwen Dutt; Haarknoten; Knoten; Knäuel; Knötchen; Strähne
knoedel Dutt; Haarknoten; Knoten; Knäuel; Knötchen; Strähne
knoedeltje Dutt; Haarknoten; Knoten; Knäuel; Knötchen; Strähne
knoet Dutt; Haarknoten; Knoten; Knäuel; Knötchen; Strähne Knüppel
knot Dutt; Haarknoten; Knoten; Knäuel; Knötchen; Strähne Knäuel; Wickel; strenges Garn
knotje Dutt; Haarknoten; Knoten; Knäuel; Knötchen; Strähne
knotje haar Dutt; Haarknoten; Knoten
vlecht Dutt; Haarknoten; Knoten; Knäuel; Knötchen; Strähne Haarzopf
wrong Dutt; Haarknoten; Knoten; Knäuel; Knötchen; Strähne

Synonyms for "Haarknoten":


Wiktionary Translations for Haarknoten:


Cross Translation:
FromToVia
Haarknoten knot bun — A tight roll of hair worn at the back of the head