Summary
German to Dutch:   more detail...
  1. Herr sein über:


German

Detailed Translations for Herr sein über from German to Dutch

Herr sein über:

Herr sein über verb

  1. Herr sein über (befehlen; gebieten; herrschen über)
    gebieden; voorschrijven; gelasten
    • gebieden verb (gebied, gebiedt, gebood, geboden, geboden)
    • voorschrijven verb (schrijf voor, schrijft voor, schreef voor, schreven voor, voorgeschreven)
    • gelasten verb (gelast, gelastte, gelastten, gelast)

Translation Matrix for Herr sein über:

NounRelated TranslationsOther Translations
voorschrijven Anordnen; Vorschreiben
VerbRelated TranslationsOther Translations
gebieden Herr sein über; befehlen; gebieten; herrschen über anordnen; auftragen; beauftragen; befehlen; beherrschen; diktieren; erlassen; gebieten; herrschen; kommandieren; regieren; verordnen; vorschreiben
gelasten Herr sein über; befehlen; gebieten; herrschen über anordnen; auftragen; beauftragen; befehlen; beherrschen; diktieren; erlassen; gebieten; herrschen; kommandieren; regieren; verordnen; vorschreiben
voorschrijven Herr sein über; befehlen; gebieten; herrschen über anordnen; auftragen; befehlen; diktieren; gebieten; verordnen; vorschreiben

Related Translations for Herr sein über