Summary
German to Dutch:   more detail...
  1. bestärken:
  2. Wiktionary:


German

Detailed Translations for bestärken from German to Dutch

bestärken:

bestärken verb

  1. bestärken (konsolidieren; verstärken)
    consolideren; verstevigen
    • consolideren verb (consolideer, consolideert, consolideerde, consolideerden, geconsolideerd)
    • verstevigen verb (verstevig, verstevigt, verstevigde, verstevigden, verstevigd)

Translation Matrix for bestärken:

VerbRelated TranslationsOther Translations
consolideren bestärken; konsolidieren; verstärken
verstevigen bestärken; konsolidieren; verstärken

Synonyms for "bestärken":


Wiktionary Translations for bestärken:


Cross Translation:
FromToVia
bestärken bezielen; tot leven wekken strengthen — to animate