Summary
German to Dutch:   more detail...
  1. hindurchgehen:
  2. Wiktionary:


German

Detailed Translations for hindurchgehen from German to Dutch

hindurchgehen:

hindurchgehen verb

  1. hindurchgehen (durchgehen)
    erdoor gaan
    • erdoor gaan verb (ga erdoor, gaat erdoor, ging erdoor, gingen erdoor, erdoor gegaan)

Translation Matrix for hindurchgehen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
erdoor gaan durchgehen; hindurchgehen

Wiktionary Translations for hindurchgehen:


Cross Translation:
FromToVia
hindurchgehen doorkruisen; rijden door; doorlezen; afleggen; aflopen; doorgaan; gaan door parcourirtraverser un espace en divers sens.