Summary
English
Detailed Translations for haircloth from English to Dutch
haircloth: (*Using Word and Sentence Splitter)
- hair: haar; hoofdhaar; haren
- cloth: doek; lap; kleed; bekleding; stoffering; stoffeerderij; linnengoed; laken; wollen weefsel; linnen; beddenlaken; vaatdoek; tafelkleed; tafellaken; tafelkleedje; goed; kledingmateriaal; schilderijdoek; geestelijkheid; clerus; stuk stof; weefsel; lakens; geweven stof; van laken; poetslap; stof; textiel
haircloth:
Translation Matrix for haircloth:
| Noun | Related Translations | Other Translations |
| - | hair |