Spanish

Detailed Translations for explorar from Spanish to Dutch

explorar:

explorar verb

  1. explorar (reconocer; investigar)
    verkennen; onderzoeken; aftasten
    • verkennen verb (verken, verkent, verkende, verkenden, verkend)
    • onderzoeken verb (onderzoek, onderzoekt, onderzocht, onderzochten, onderzocht)
    • aftasten verb (tast af, tastte af, tastten af, afgetast)
  2. explorar (investigar; examinar; explorar a fondo)
    onderzoeken; vorsen; speuren
    • onderzoeken verb (onderzoek, onderzoekt, onderzocht, onderzochten, onderzocht)
    • vorsen verb (vors, vorst, vorste, vorsten, gevorst)
    • speuren verb (speur, speurt, speurde, speurden, gespeurd)
  3. explorar (investigar; examinar)
    aftasten; bevoelen
    • aftasten verb (tast af, tastte af, tastten af, afgetast)
    • bevoelen verb (bevoel, bevoelt, bevoelde, bevoelden, bevoeld)
  4. explorar (investigar; comprobar; descubrir; )
  5. explorar (tentar)
    aftasten; afvoelen
    • aftasten verb (tast af, tastte af, tastten af, afgetast)
    • afvoelen verb (voel af, voelt af, voelde af, voelden af, afgevoeld)

Conjugations for explorar:

presente
  1. exploro
  2. exploras
  3. explora
  4. exploramos
  5. exploráis
  6. exploran
imperfecto
  1. exploraba
  2. explorabas
  3. exploraba
  4. explorábamos
  5. explorabais
  6. exploraban
indefinido
  1. exploré
  2. exploraste
  3. exploró
  4. exploramos
  5. explorasteis
  6. exploraron
fut. de ind.
  1. exploraré
  2. explorarás
  3. explorará
  4. exploraremos
  5. exploraréis
  6. explorarán
condic.
  1. exploraría
  2. explorarías
  3. exploraría
  4. exploraríamos
  5. exploraríais
  6. explorarían
pres. de subj.
  1. que explore
  2. que explores
  3. que explore
  4. que exploremos
  5. que exploréis
  6. que exploren
imp. de subj.
  1. que explorara
  2. que exploraras
  3. que explorara
  4. que exploráramos
  5. que explorarais
  6. que exploraran
miscelánea
  1. ¡explora!
  2. ¡explorad!
  3. ¡no explores!
  4. ¡no exploréis!
  5. explorado
  6. explorando
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Translation Matrix for explorar:

NounRelated TranslationsOther Translations
aftasten palpar
afvoelen palpar
VerbRelated TranslationsOther Translations
aftasten examinar; explorar; investigar; reconocer; tentar
afvoelen explorar; tentar
bevoelen examinar; explorar; investigar manosear; palpar; tocar
doorvorsen analizar; averiguar; columbrar; comprobar; controlar; descubrir; divisar; escudriñar; examinar; explorar; explorar a fondo; indagar; investigar; rastrear; reconocer; seguir el rastro de; verificar; vislumbrar
onderzoeken examinar; explorar; explorar a fondo; investigar; reconocer aquilatar; averiguar; buscar; catar; comprobar; controlar; corregir; ensayar; examinar; inspeccionar; investigar; mirar; pasar revista a; probar; rastrear; repasar; someter a prueba; verificar
speuren examinar; explorar; explorar a fondo; investigar absorber por la nariz; curiosear; descubrir; divisar; esnifar; husmear en; rastrear; seguir el rastro de
verkennen explorar; investigar; reconocer
vorsen examinar; explorar; explorar a fondo; investigar

Synonyms for "explorar":


Wiktionary Translations for explorar:

explorar
verb
  1. (overgankelijk) een onbekend gebied verkennen

Cross Translation:
FromToVia
explorar onderzoeken; bestuderen; napluizen; exploreren; navorsen; uitpluizen; uitzoeken; aftasten explore — to examine or investigate something systematically
explorar verkennen; exploreren explore — to travel somewhere in search of discovery
explorar exploreren; nagaan; onderzoeken; uitvissen; uitzoeken; vorsen; examineren; nakijken; nauwkeurig onderzoeken examinerobserver avec attention, avec réflexion.
explorar exploreren; onderzoeken; uitzoeken; nagaan; uitvissen; vorsen explorerparcourir une région inconnue qu’on venir de découvrir pour en connaître la situation, l’étendue, les mœurs, etc.
explorar exploreren; nagaan; onderzoeken; uitvissen; uitzoeken; vorsen; opgravingen doen fouiller — Traductions à trier suivant le sens
explorar zoeken; wetenschappelijk onderzoeken; exploreren; nagaan; uitvissen; uitzoeken; vorsen; een enquête houden rechercher — (1)

Related Translations for explorar