Summary
Spanish to Dutch:   more detail...
  1. trance:
  2. Trance:
  3. Wiktionary:
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. trance:
  2. Trance:
  3. Wiktionary:


Spanish

Detailed Translations for trance from Spanish to Dutch

trance:

trance [el ~] noun

  1. el trance (exaltación; éxtasis; arrobamiento; )
    de vervoering; de extase; de betovering; de geestvervoering; de trance; de verrukking

Translation Matrix for trance:

NounRelated TranslationsOther Translations
betovering arrobamiento; embeleso; entusiasmo; exaltación; fascinación; trance; éxtasis amenidad; atracción; donaire; encantamiento; encanto; fascinación; garbo; gracia; magia
extase arrobamiento; embeleso; entusiasmo; exaltación; fascinación; trance; éxtasis
geestvervoering arrobamiento; embeleso; entusiasmo; exaltación; fascinación; trance; éxtasis
trance arrobamiento; embeleso; entusiasmo; exaltación; fascinación; trance; éxtasis
verrukking arrobamiento; embeleso; entusiasmo; exaltación; fascinación; trance; éxtasis
vervoering arrobamiento; embeleso; entusiasmo; exaltación; fascinación; trance; éxtasis

Related Words for "trance":

  • trances, tranca, trancas

Synonyms for "trance":


Wiktionary Translations for trance:

trance
noun
  1. een dissociatief verschijnsel waarbij iemand een ander bewustzijnsniveau heeft en waarbij het persoonlijke identiteitsgevoel verminderd kan zijn

Trance:

Trance

  1. Trance

Translation Matrix for Trance:

Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
Trance Trance



Dutch

Detailed Translations for trance from Dutch to Spanish

trance:

trance [de ~] noun

  1. de trance (geestvervoering; vervoering; extase; betovering; verrukking)
    el trance; el éxtasis; el arrobamiento; la exaltación; el entusiasmo; el embeleso; la fascinación

Translation Matrix for trance:

NounRelated TranslationsOther Translations
arrobamiento betovering; extase; geestvervoering; trance; verrukking; vervoering
embeleso betovering; extase; geestvervoering; trance; verrukking; vervoering
entusiasmo betovering; extase; geestvervoering; trance; verrukking; vervoering aandrift; animo; belangstelling; bevlogenheid; bezieling; daadkracht; elan; energie; enthousiasme; esprit; fascinatie; fut; geboeidheid; gedrevenheid; geestdrift; gloed; ijver; ijverigheid; interesse; kracht; krachtdadigheid; momentum; naarstigheid; nijverheid; noestigheid; opgetogenheid; pit; puf; uitbundigheid; uitgelatenheid; vlam; vlijt; vlijtigheid; voortvarendheid; vuur; werklust; werkzaamheid; zin
exaltación betovering; extase; geestvervoering; trance; verrukking; vervoering dweperij; fanatisme; opgetogenheid
fascinación betovering; extase; geestvervoering; trance; verrukking; vervoering aanlokkelijkheid; aantrekkelijkheid; aantrekking; animo; bekoorlijkheid; bekoring; belangstelling; betovering; fascinatie; geboeidheid; interesse; zin
trance betovering; extase; geestvervoering; trance; verrukking; vervoering
éxtasis betovering; extase; geestvervoering; trance; verrukking; vervoering opgetogenheid; zwijmel

Related Words for "trance":

  • trances

Wiktionary Translations for trance:

trance
noun
  1. een dissociatief verschijnsel waarbij iemand een ander bewustzijnsniveau heeft en waarbij het persoonlijke identiteitsgevoel verminderd kan zijn

Trance:

Trance

  1. Trance

Translation Matrix for Trance:

Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
Trance Trance