Summary
French to Dutch:   more detail...
  1. faire comprendre:


French

Detailed Translations for faire comprendre from French to Dutch

faire comprendre:

faire comprendre verb

  1. faire comprendre (expliquer; éclaircir)
    uitleggen; verduidelijken; uiteenzetten; ontvouwen
    • uitleggen verb (leg uit, legt uit, legde uit, legden uit, uitgelegd)
    • verduidelijken verb (verduidelijk, verduidelijkt, verduidelijkte, verduidelijkten, verduidelijkt)
    • uiteenzetten verb (zet uiteen, zette uiteen, zetten uiteen, uiteengezet)
    • ontvouwen verb (ontvouw, ontvouwt, ontvouwde, ontvouwden, ontvouwd)

Translation Matrix for faire comprendre:

VerbRelated TranslationsOther Translations
ontvouwen expliquer; faire comprendre; éclaircir déplier; déployer; dérouler; plier; se déplier; étaler; étendre
uiteenzetten expliquer; faire comprendre; éclaircir apprendre; caractériser; clarifier; commenter; dire; décrire; définir; expliquer; faire le compte rendu de; interpréter; mettre à part; raconter; séparer; éclaircir; écrire; élucider
uitleggen expliquer; faire comprendre; éclaircir clarifier; commenter; expliquer; illustrer; préciser; tirer au clair; éclaircir; élucider
verduidelijken expliquer; faire comprendre; éclaircir clarifier; commenter; expliquer; exposer; éclaircir; élucider

Related Translations for faire comprendre