Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. claim:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for claimen from Dutch to German

claim:

claim [de ~ (m)] noun

  1. de claim (eis; vordering)
    die Forderung
  2. de claim (aanspraak maken op)
  3. de claim
    der Anspruch

Translation Matrix for claim:

NounRelated TranslationsOther Translations
Anpruch geltend machen auf aanspraak maken op; claim
Anspruch claim gewoonterecht; prijslijst; recht; tarievenlijst; veeleisendheid
Forderung claim; eis; vordering aanvraag; beding; bepaling; beperking; conditie; criterium; eis; incassering; incasso; innen; inning; invordering; kriterium; must; petitie; prijslijst; rekest; rekwest; tarievenlijst; vereiste; verzoekschrift; voorwaarde; vordering

Related Words for "claim":

  • claimen, claims


Wiktionary Translations for claimen:


Cross Translation:
FromToVia
claimen beanspruchen claim — to demand ownership of something