Verb | Related Translations | Other Translations |
passend
|
|
precies passend maken
|
Adjective | Related Translations | Other Translations |
-
|
geschikt
|
|
Modifier | Related Translations | Other Translations |
adäquat
|
adequaat; gepast; geschikt; juist; passend
|
passend
|
angemessen
|
adequaat; gepast; geschikt; juist; passend
|
behoorlijk; decent; deugdzaam; eerbaar; eerzaam; fatsoenlijk; gepast; geschikt; geëigend; keurig; manierlijk; netjes; nogal; ordentelijk; passend; redelijk; tamelijk; welvoeglijk; zedig
|
entsprechend
|
adequaat; gepast; geschikt; juist; passend
|
in overeenstemming met; overeenkomstig; passend bij; respectievelijk; volgens
|
geeignet
|
adequaat; gepast; geschikt; juist; passend
|
bruikbare; gepast; geschikt; geëigend; handig; nuttig; passend; toepasbaar; toepasselijk; treffend
|
gemessen
|
adequaat; gepast; geschikt; juist; passend
|
afgemeten; opgemeten
|
passend
|
adequaat; gepast; geschikt; juist; passend
|
afgepast; behoorlijke; correct; gelegen; gemeten; gepast; gepaste; geschikt; geëigend; juiste; keurig; netjes; passend; passende; redelijke; tamelijke; toepasbaar; van pas
|