Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. kwispelstaarten:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for kwispelstaarten from Dutch to German

kwispelstaarten:

kwispelstaarten verb (kwispelstaart, kwispelstaartte, kwispelstaartten, gekwispelstaart)

  1. kwispelstaarten (kwispelen)
    wedeln; schwänzeln
    • wedeln verb (wedele, wedelst, wedelt, wedelte, wedeltet, gewedelt)
    • schwänzeln verb (schwänzele, schwänzelst, schwänzelt, schwänzelte, schwänzeltet, geschwänzelt)

Conjugations for kwispelstaarten:

o.t.t.
  1. kwispelstaart
  2. kwispelstaart
  3. kwispelstaart
  4. kwispelstaarten
  5. kwispelstaarten
  6. kwispelstaarten
o.v.t.
  1. kwispelstaartte
  2. kwispelstaartte
  3. kwispelstaartte
  4. kwispelstaartten
  5. kwispelstaartten
  6. kwispelstaartten
v.t.t.
  1. heb gekwispelstaart
  2. hebt gekwispelstaart
  3. heeft gekwispelstaart
  4. hebben gekwispelstaart
  5. hebben gekwispelstaart
  6. hebben gekwispelstaart
v.v.t.
  1. had gekwispelstaart
  2. had gekwispelstaart
  3. had gekwispelstaart
  4. hadden gekwispelstaart
  5. hadden gekwispelstaart
  6. hadden gekwispelstaart
o.t.t.t.
  1. zal kwispelstaarten
  2. zult kwispelstaarten
  3. zal kwispelstaarten
  4. zullen kwispelstaarten
  5. zullen kwispelstaarten
  6. zullen kwispelstaarten
o.v.t.t.
  1. zou kwispelstaarten
  2. zou kwispelstaarten
  3. zou kwispelstaarten
  4. zouden kwispelstaarten
  5. zouden kwispelstaarten
  6. zouden kwispelstaarten
diversen
  1. kwispelstaart!
  2. kwispelstaart!
  3. gekwispelstaart
  4. kwispelstaartend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for kwispelstaarten:

VerbRelated TranslationsOther Translations
schwänzeln kwispelen; kwispelstaarten flatteren; flemen; flikflooien; kruipen; stroop om de mond smeren; vleien; vlemen
wedeln kwispelen; kwispelstaarten

Wiktionary Translations for kwispelstaarten:

kwispelstaarten
verb
  1. met de staart heen en weer bewegen als teken van vrolijkheid