Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. neerstrijken:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for neerstrijken from Dutch to German

neerstrijken:

neerstrijken verb

  1. neerstrijken (zich vestigen; zich nestelen; plaatsnemen)
    niederlassen
    • niederlassen verb (lasse nieder, läßest nieder, läßt nieder, ließ nieder, ließt nieder, niedergelassen)

Translation Matrix for neerstrijken:

VerbRelated TranslationsOther Translations
niederlassen neerstrijken; plaatsnemen; zich nestelen; zich vestigen neer laten zakken

Wiktionary Translations for neerstrijken:


Cross Translation:
FromToVia
neerstrijken landen atterrir — Arriver au voisinage de la terre (Sens général)