Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. pook:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for pook from Dutch to German

pook:

pook [de ~] noun

  1. de pook (versnellingshandel)
    der Schaltknüppel
  2. de pook (haardstok; haardijzer)
    Schüreisen; der Schürhaken

Translation Matrix for pook:

NounRelated TranslationsOther Translations
Schaltknüppel pook; versnellingshandel schakelhefbomen; schakelpoken; versnellingshendels; versnellingspoken; versnellingspook
Schüreisen haardijzer; haardstok; pook haardijzers; haardstokken; poken; rakel
Schürhaken haardijzer; haardstok; pook haardijzers; haardstokken; poken; rakel

Related Words for "pook":


Wiktionary Translations for pook:

pook
noun
  1. stang om het vuur op te porren
  2. versnellingshendel van een auto

Cross Translation:
FromToVia
pook Schüreisen; Schürhaken poker — metal rod for poking