Dutch

Detailed Translations for talent from Dutch to German

talent:

talent [het ~] noun

  1. het talent (capaciteit; bekwaamheid; aanleg; )
    die Kapazität; Talent; die Fähigkeit; die Veranlagung; Potential; die Leistungsfähigkeit; die Gabe; die Geschicklichkeit; die Begabung; die Ader; die Genialität; die Leistung; Leistungsvermögen; Genie; Händchen; die Begabtheit

Translation Matrix for talent:

NounRelated TranslationsOther Translations
Ader aanleg; begaafdheid; bekwaamheid; capaciteit; gave; knobbel; kundigheid; scherpzinnigheid; talent; vernuft ader; bloedader
Begabtheit aanleg; begaafdheid; bekwaamheid; capaciteit; gave; knobbel; kundigheid; scherpzinnigheid; talent; vernuft
Begabung aanleg; begaafdheid; bekwaamheid; capaciteit; gave; knobbel; kundigheid; scherpzinnigheid; talent; vernuft begaafdheden; genialiteit; vernuft; vindingrijk vernuft
Fähigkeit aanleg; begaafdheid; bekwaamheid; capaciteit; gave; knobbel; kundigheid; scherpzinnigheid; talent; vernuft bekwaamheid; capaciteit; incasseringsvermogen; inhoud; knapheid; kracht; kunde; kundigheid; kwaliteit; omvatte ruimte; schoonheid; ter zake kundigheid; veerkracht; vermogen; weerstand; weerstandsvermogen
Gabe aanleg; begaafdheid; bekwaamheid; capaciteit; gave; knobbel; kundigheid; scherpzinnigheid; talent; vernuft donatie; dosis; gift; portie; schenking
Genialität aanleg; begaafdheid; bekwaamheid; capaciteit; gave; knobbel; kundigheid; scherpzinnigheid; talent; vernuft genialiteit; vernuft; vindingrijk vernuft
Genie aanleg; begaafdheid; bekwaamheid; capaciteit; gave; knobbel; kundigheid; scherpzinnigheid; talent; vernuft brille; geniaal persoon; genialiteit; genie; geniekorps; hoogvlieger; intellect; intelligentie; inventiviteit; legerafdeling; vernuft; verstand; vindingrijk vernuft; vindingrijkheid
Geschicklichkeit aanleg; begaafdheid; bekwaamheid; capaciteit; gave; knobbel; kundigheid; scherpzinnigheid; talent; vernuft bekwaamheid; handigheid; knapheid; kneep; kunst; schoonheid; toer; truc; vaardigheid
Händchen aanleg; begaafdheid; bekwaamheid; capaciteit; gave; knobbel; kundigheid; scherpzinnigheid; talent; vernuft handje
Kapazität aanleg; begaafdheid; bekwaamheid; capaciteit; gave; knobbel; kundigheid; scherpzinnigheid; talent; vernuft Capaciteit; autoriteiten; bekwaamheid; capaciteit; gezag; gezaghebbers; inhoud; kracht; kwaliteit; motorvermogen; omvatte ruimte; ter zake kundigheid; vermogen
Leistung aanleg; begaafdheid; bekwaamheid; capaciteit; gave; knobbel; kundigheid; scherpzinnigheid; talent; vernuft arbeidsprestatie; betaling; bezigheid; bravourstuk; capaciteit; grote daad; hobby; inhoud; kracht; krachttoer; omvatte ruimte; prestatie; stunt; toer; verrichting; werkprestatie
Leistungsfähigkeit aanleg; begaafdheid; bekwaamheid; capaciteit; gave; knobbel; kundigheid; scherpzinnigheid; talent; vernuft aandrift; arbeidskracht; arbeidsvermogen; bekwaamheid; capaciteit; daadkracht; energie; esprit; functionaliteit; fut; inhoud; kracht; kwaliteit; lichamelijke geschiktheid; momentum; omvatte ruimte; prestatievermogen; puf; ter zake kundigheid; validiteit; vermogen; werkkracht; werklust; werkvermogen; werkzaamheid
Leistungsvermögen aanleg; begaafdheid; bekwaamheid; capaciteit; gave; knobbel; kundigheid; scherpzinnigheid; talent; vernuft capaciteit; draagkracht; draagvermogen; inhoud; kracht; laadvermogen; omvatte ruimte; prestatievermogen; vermogen
Potential aanleg; begaafdheid; bekwaamheid; capaciteit; gave; knobbel; kundigheid; scherpzinnigheid; talent; vernuft capaciteit; inhoud; omvatte ruimte
Talent aanleg; begaafdheid; bekwaamheid; capaciteit; gave; knobbel; kundigheid; scherpzinnigheid; talent; vernuft
Veranlagung aanleg; begaafdheid; bekwaamheid; capaciteit; gave; knobbel; kundigheid; scherpzinnigheid; talent; vernuft
- aanleg

Related Words for "talent":

  • talenten

Synonyms for "talent":


Antonyms for "talent":


Related Definitions for "talent":

  1. aangeboren handigheid of geschiktheid voor iets1
    • hij heeft een talent voor tekenen1
  2. iemand die ergens aanleg voor heeft1
    • hij is een groot tennistalent1

Wiktionary Translations for talent:

talent
noun
  1. een bijzondere aanleg

Cross Translation:
FromToVia
talent Talent; Begabung talent — marked ability or skill



German

Detailed Translations for talent from German to Dutch

Talent:

Talent [das ~] noun

  1. Talent (Kapazität; Fähigkeit; Veranlagung; )
    de capaciteit; de bekwaamheid; het talent; de aanleg; de gave; de kundigheid; de knobbel; de begaafdheid; de scherpzinnigheid; het vernuft

Translation Matrix for Talent:

NounRelated TranslationsOther Translations
aanleg Ader; Begabtheit; Begabung; Fähigkeit; Gabe; Genialität; Genie; Geschicklichkeit; Händchen; Kapazität; Leistung; Leistungsfähigkeit; Leistungsvermögen; Potential; Talent; Veranlagung
begaafdheid Ader; Begabtheit; Begabung; Fähigkeit; Gabe; Genialität; Genie; Geschicklichkeit; Händchen; Kapazität; Leistung; Leistungsfähigkeit; Leistungsvermögen; Potential; Talent; Veranlagung
bekwaamheid Ader; Begabtheit; Begabung; Fähigkeit; Gabe; Genialität; Genie; Geschicklichkeit; Händchen; Kapazität; Leistung; Leistungsfähigkeit; Leistungsvermögen; Potential; Talent; Veranlagung Behendigkeit; Eignung; Fertigkeit; Fähigkeit; Geschicklichkeit; Geschicktheit; Kapazität; Können; Leistungsfähigkeit; Qualität; Sachverstand; Tauglichkeit
capaciteit Ader; Begabtheit; Begabung; Fähigkeit; Gabe; Genialität; Genie; Geschicklichkeit; Händchen; Kapazität; Leistung; Leistungsfähigkeit; Leistungsvermögen; Potential; Talent; Veranlagung Eignung; Energie; Fähigkeit; Inhalt; Kapazität; Können; Ladekapazität; Ladevermögen; Leistung; Leistungsfähigkeit; Leistungsvermögen; Potential; Qualität; Sachverstand; Tauglichkeit; Tragfähigkeit; Tragkraft; Vermögen; Volumen
gave Ader; Begabtheit; Begabung; Fähigkeit; Gabe; Genialität; Genie; Geschicklichkeit; Händchen; Kapazität; Leistung; Leistungsfähigkeit; Leistungsvermögen; Potential; Talent; Veranlagung
knobbel Ader; Begabtheit; Begabung; Fähigkeit; Gabe; Genialität; Genie; Geschicklichkeit; Händchen; Kapazität; Leistung; Leistungsfähigkeit; Leistungsvermögen; Potential; Talent; Veranlagung Beule; Blase; Buckel; Geschwulst; Knorren; Knoten; Tumor
kundigheid Ader; Begabtheit; Begabung; Fähigkeit; Gabe; Genialität; Genie; Geschicklichkeit; Händchen; Kapazität; Leistung; Leistungsfähigkeit; Leistungsvermögen; Potential; Talent; Veranlagung Fähigkeit; Kenntnisse; Kunst; Können; Könnerschaft; Tüchtigkeit; Wissen
scherpzinnigheid Ader; Begabtheit; Begabung; Fähigkeit; Gabe; Genialität; Genie; Geschicklichkeit; Händchen; Kapazität; Leistung; Leistungsfähigkeit; Leistungsvermögen; Potential; Talent; Veranlagung Geriebenheit; Gerissenheit; Geschliffenheit; Gewandtheit; Gewieftheit; Intellekt; Klugheit; Scharfsinn; Scharfsinnigkeit; Schlagfertigkeit; Schlauheit; Schneidigkeit; Spitzfindigkeit; Spürsinn; Verschlagenheit; Verstand
talent Ader; Begabtheit; Begabung; Fähigkeit; Gabe; Genialität; Genie; Geschicklichkeit; Händchen; Kapazität; Leistung; Leistungsfähigkeit; Leistungsvermögen; Potential; Talent; Veranlagung
vernuft Ader; Begabtheit; Begabung; Fähigkeit; Gabe; Genialität; Genie; Geschicklichkeit; Händchen; Kapazität; Leistung; Leistungsfähigkeit; Leistungsvermögen; Potential; Talent; Veranlagung Begabung; Denkvermögen; Erfindungsgabe; Erfindungsgeist; Gehirn; Geist; Genialität; Genie; Intellekt; Intelligenz; Kreativität; Schaffenskraft; Scharfsinn; Vernunft; Verstand

Synonyms for "Talent":


Wiktionary Translations for Talent:

Talent
noun
  1. een bijzondere aanleg, een gave
  2. een bijzondere aanleg

Cross Translation:
FromToVia
Talent gave gift — A talent or natural ability
Talent bekwaamheid; vaardigheid skill — capacity to do something well
Talent talent talent — marked ability or skill
Talent bult; opzwelling; bochel; knobbel; knoest; knol bosseenflure, tumeur sur une région osseuse, causer par un choc ou une contusion.