Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. bestemmen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for bestem from Dutch to German

bestemmen:

bestemmen verb (bestem, bestemt, bestemde, bestemden, bestemd)

  1. bestemmen
    bestimmen; determinieren; anordnen
    • bestimmen verb (bestimme, bestimmst, bestimmt, bestimmte, bestimmtet, bestimmt)
    • determinieren verb (determiniere, determinierst, determiniert, determinierte, determiniertet, determiniert)
    • anordnen verb (ordne an, ordnest an, ordnet an, ordnete an, ordnetet an, angeordnet)

Conjugations for bestemmen:

o.t.t.
  1. bestem
  2. bestemt
  3. bestemt
  4. bestemmen
  5. bestemmen
  6. bestemmen
o.v.t.
  1. bestemde
  2. bestemde
  3. bestemde
  4. bestemden
  5. bestemden
  6. bestemden
v.t.t.
  1. heb bestemd
  2. hebt bestemd
  3. heeft bestemd
  4. hebben bestemd
  5. hebben bestemd
  6. hebben bestemd
v.v.t.
  1. had bestemd
  2. had bestemd
  3. had bestemd
  4. hadden bestemd
  5. hadden bestemd
  6. hadden bestemd
o.t.t.t.
  1. zal bestemmen
  2. zult bestemmen
  3. zal bestemmen
  4. zullen bestemmen
  5. zullen bestemmen
  6. zullen bestemmen
o.v.t.t.
  1. zou bestemmen
  2. zou bestemmen
  3. zou bestemmen
  4. zouden bestemmen
  5. zouden bestemmen
  6. zouden bestemmen
diversen
  1. bestem!
  2. bestemt!
  3. bestemd
  4. bestemmend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for bestemmen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
anordnen bestemmen aanvoeren; afkondigen; arrangeren; bevel voeren over; bevelen; commanderen; decreteren; dicteren; gebieden; gelasten; iets op touw zetten; ingeven; leiden; leidinggeven; ordonneren; regelen; verordenen; verordineren; voorschrijven
bestimmen bestemmen adviseren; afkondigen; afwegen; bepalen; beslissen; besluiten; decreteren; definiëren; determineren; een ereteken geven; iets aanraden; ingeven; nader omschrijven; omschrijven; onderscheiden; ordonneren; overdenken; overwegen; preciseren; raden; suggereren; van elkaar onderscheiden; vaststellen; verordenen; verordineren
determinieren bestemmen bepalen; determineren; een ereteken geven; onderscheiden; van elkaar onderscheiden; vaststellen

Wiktionary Translations for bestemmen:


Cross Translation:
FromToVia
bestemmen ausersehen; bestimmen; festsetzen; vorausbestimmen; vorherbestimmen destiner — Traductions à trier suivant le sens

External Machine Translations: