Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. nabestaande:


Dutch

Detailed Translations for nabestaande from Dutch to German

nabestaande:

nabestaande [de ~] noun

  1. de nabestaande
    der Hinterbliebene; die Verwandter; der Verwandte; die Hinterbliebener

Translation Matrix for nabestaande:

NounRelated TranslationsOther Translations
Hinterbliebene nabestaande achterblijver; achtergeblevene; erfgenaam; uitvaller
Hinterbliebener nabestaande
Verwandte nabestaande bloedverwant; erfgenaam; familielid
Verwandter nabestaande

Related Words for "nabestaande":

  • nabestaanden