Dutch

Detailed Translations for onverschrokkenheid from Dutch to German

onverschrokkenheid:


onverschrokken:


Translation Matrix for onverschrokken:

AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
stattlich groots; grootschalig; reuze
ModifierRelated TranslationsOther Translations
aufrecht dapper; heldhaftig; heroïsch; kloek; moedig; onverschrokken; stout; stoutmoedig contemplatief; echt; eerlijk; menens; openlijk; oprecht; overeind; rechtop; rechtopstaand; ronduit; staand
beherzt dapper; heldhaftig; heroïsch; kloek; moedig; onverschrokken; stout; stoutmoedig manhaftig
brav dapper; heldhaftig; heroïsch; kloek; moedig; onverschrokken; stout; stoutmoedig braaf; decent; deugdzaam; eerbaar; fatsoenlijk; lief; manierlijk; netjes; voorbeeldig; welvoeglijk; zoet
entschieden dapper; heldhaftig; heroïsch; kloek; moedig; onverschrokken; stout; stoutmoedig absoluut; bepaald; beslist; besluitvaardig; doortastend; drastisch; een zekere; eenduidig; ferm; gedecideerd; gedetermineerd; kordaat; krachtdadig; krachtig; ondubbelzinnig; onweerlegbaar; resoluut; ronduit; stellig; sterk; vast en zeker; vastberaden; vastbesloten; zeker
entschlossen dapper; heldhaftig; heroïsch; kloek; moedig; onverschrokken; stout; stoutmoedig absoluut; beslist; besluitvaardig; doortastend; drastisch; ferm; gedecideerd; kordaat; krachtdadig; krachtig; resoluut; ronduit; standvastig; stellig; sterk; vastberaden; vastbesloten; zeker
freimütig koen; kranig; manmoedig; onbeducht; onbevreesd; onverschrokken; onvervaard; stoutmoedig; vermetel met open vizier; niet beschroomd; onbedeesd; onbeschroomd; onbevangen; onbewimpeld; onomwonden; onverbloemd; onverholen; openhartig; rondborstig; ronduit; ruiterlijk; stoutmoedig; vrijmoedig; vrijpostig
furchtlos koen; kranig; manmoedig; onbeducht; onbevreesd; onversaagd; onverschrokken; onvervaard; stoutmoedig; vermetel; zonder vrees zonder angst
gewagt koen; kranig; manmoedig; onbeducht; onbevreesd; onverschrokken; onvervaard; stoutmoedig; vermetel gedurfd; gevaarlijk; gewaagd; hachelijk; pikant; provocerend; risicovol; riskant; uitdagend
heldenhaft dapper; heldhaftig; heroïsch; kloek; moedig; onverschrokken; stout; stoutmoedig
heldenmütig dapper; heldhaftig; heroïsch; kloek; moedig; onverschrokken; stout; stoutmoedig
heroisch dapper; heldhaftig; heroïsch; kloek; moedig; onverschrokken; stout; stoutmoedig heroïek
kaltblütig dapper; heldhaftig; heroïsch; kloek; koelbloedig; moedig; onverschrokken; stout; stoutmoedig brutaalweg; doodgemoederd; doodgemoedereerd; doodkalm; doodleuk; gemoedereerd; hard; hardop; koudbloedig; luid; meedogenloos; wreed
keck koen; kranig; manmoedig; onbeducht; onbevreesd; onverschrokken; onvervaard; stoutmoedig; vermetel brutaal; brutaalweg; doldriest; doodgemoederd; doodleuk; druk; drukpratend; geanimeerd; lichtzinnig; niet beschroomd; onbedeesd; onbeschroomd; overmoedig; roekeloos; stoutmoedig; vermetel; vrijmoedig; vrijpostig; waaghalzig
kühn dapper; heldhaftig; heroïsch; kloek; koen; kranig; manmoedig; moedig; onbeducht; onbevreesd; onverschrokken; onvervaard; stout; stoutmoedig; vermetel
mannhaft dapper; heldhaftig; heroïsch; kloek; koen; kranig; manmoedig; moedig; onbeducht; onbevreesd; onverschrokken; onvervaard; stout; stoutmoedig; vermetel manhaftig; mannelijk; potent; viriel
mit größter Seelenruhe koelbloedig; onverschrokken
mutig dapper; heldhaftig; heroïsch; kloek; koen; kranig; manmoedig; moedig; onbeducht; onbevreesd; onverschrokken; onvervaard; stout; stoutmoedig; vermetel
schneidig dapper; heldhaftig; heroïsch; kloek; moedig; onverschrokken; stout; stoutmoedig adrem; bijdehand; bitter teleurgesteld; gevat; houterig; raak; snedig; stijf; stijve; stram; stroef; verbitterd
seelenruhig koelbloedig; onverschrokken brutaalweg; doodgemoederd; doodgemoedereerd; doodkalm; doodleuk; droogjes; gemoedereerd
stark dapper; heldhaftig; heroïsch; kloek; moedig; onverschrokken; stout; stoutmoedig agressief; breed; dik; dikwijls; erg; fantastisch; fel; ferm; flink; fors; frequent; fysiek sterk; gaaf; geducht; gestreng; gewelddadig; geweldig; gigantisch; grandioos; groots; heftig; hevig; immens; in details; in hoge mate; kolossaal; krachtig; lijvig; magnifiek; massief; meermaals; menigmaal; mieters; niet hol; niet toegevend; potig; regelmatig; reusachtig; schitterend; stabiel; sterk; stevig; streng; tof; uit de kluiten gewassen; uitgewerkt; uitnemend; uitstekend; vaak; veelvuldig; vet; voortreffelijk; zeer groot; zwaar van lijf
stattlich dapper; heldhaftig; heroïsch; kloek; moedig; onverschrokken; stout; stoutmoedig aanzienlijk; adelijk; behoorlijk; beroemd; chic; danig; deftig; doorluchtig; duchtig; eerbiedwaardig; elegant; esthetisch; ferm; fier; flink; fors; fysiek sterk; gedistingeerd; geraffineerd; gewichtig; glorieus; groots; hooggeplaatst; illuster; krachtig; plechtig; plechtstatig; potig; prat; rijzig; sierlijk; smaakvol; statig; sterk; stevig; stijlvol; trots; verfijnd; verheven; voornaam; waardig; weids; zeer plechtig
stolz dapper; heldhaftig; heroïsch; kloek; moedig; onverschrokken; stout; stoutmoedig aanmatigend; arrogant; fier; flink; geringschattend; glorieus; groots; hautain; heerlijk; hooghartig; hoogmoedig; hovaardig; kleinerend; kostelijk; laatdunkend; minachtend; neerbuigend; prat; trots; uit de hoogte; uitstekend; verwaand; voortreffelijk; zelfgenoegzaam; zelfingenomen
tapfer dapper; heldhaftig; heroïsch; kloek; koen; kranig; manmoedig; moedig; onbeducht; onbevreesd; onverschrokken; onvervaard; stout; stoutmoedig; vermetel behoorlijk; danig; duchtig; manhaftig
unerschrocken dapper; heldhaftig; heroïsch; kloek; koelbloedig; koen; kranig; manmoedig; moedig; onbeducht; onbevreesd; onversaagd; onverschrokken; onvervaard; stout; stoutmoedig; vermetel; zonder vrees
unverzagt koen; kranig; manmoedig; onbeducht; onbevreesd; onversaagd; onverschrokken; onvervaard; stoutmoedig; vermetel; zonder vrees
wagemutig dapper; heldhaftig; heroïsch; kloek; koen; kranig; manmoedig; moedig; onbeducht; onbevreesd; onverschrokken; onvervaard; stout; stoutmoedig; vermetel gedurfd; gewaagd; pikant; provocerend; uitdagend

Related Words for "onverschrokken":