Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. opvraging:


Dutch

Detailed Translations for opvraging from Dutch to German

opvraging:

opvraging [znw.] noun

  1. opvraging (opvragen)
    Anfordern; Abtrennen; Abheben; Abtreten

Translation Matrix for opvraging:

NounRelated TranslationsOther Translations
Abheben opvragen; opvraging klimmen; omhoogkomen; opstijgen; opstijging; stijgen; stijging
Abtrennen opvragen; opvraging afknippen; afsnijden; lostornen
Abtreten opvragen; opvraging aftreden; aftreding; verdwijnen; verdwijning
Anfordern opvragen; opvraging bestellen; opvorderen; vordering