Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. prooizoeken:


Dutch

Detailed Translations for prooizoeken from Dutch to German

prooizoeken:

prooizoeken verb

  1. prooizoeken (azen)
    verpflegen; ernähren; speisen; füttern; erbeuten
    • verpflegen verb (verpflege, verpflegst, verpflegt, verpflegte, verpflegtet, verpflegt)
    • ernähren verb (ernähre, ernährst, ernährt, ernährte, ernährtet, ernährt)
    • speisen verb (speise, speist, speiste, speistet, gespeist)
    • füttern verb (füttre, fütterst, füttert, fütterte, füttertet, gefüttert)
    • erbeuten verb

Translation Matrix for prooizoeken:

VerbRelated TranslationsOther Translations
erbeuten azen; prooizoeken
ernähren azen; prooizoeken borstvoeding geven; de borst geven; dineren; eten geven; financieel steunen; laven; lenigen; lessen; onderhouden; spijzigen; tafelen; te eten geven; tegoed doen; uitgebreid eten; voeden; voederen; voedsel geven; voeren; zogen
füttern azen; prooizoeken bikken; borstvoeding geven; bunkeren; consumeren; de borst geven; dineren; eten; eten geven; naar binnen werken; nuttigen; opeten; schransen; schrokken; spijzigen; tafelen; te eten geven; tegoed doen; tot zich nemen; uitgebreid eten; verorberen; voeden; voederen; voedsel geven; voeren; vreten; zitten proppen; zogen
speisen azen; prooizoeken bikken; bunkeren; consumeren; dineren; eten; eten geven; gebruiken; kluiven; knauwen; leegeten; naar binnen werken; nuttigen; opeten; oppeuzelen; opvreten; schransen; schrokken; spijzen; spijzigen; tafelen; te eten geven; tegoed doen; tot zich nemen; uitgebreid eten; verorberen; voeden; voederen; voeren; vreten; zitten proppen
verpflegen azen; prooizoeken bekommeren; eten geven; spijzigen; te eten geven; verplegen; verzorgen; voeden; voederen; voeren; zich zorgen maken; zorgen voor; zorgen voor iets