Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. winkelbedrijf:


Dutch

Detailed Translations for winkelbedrijf from Dutch to German

winkelbedrijf:

winkelbedrijf [het ~] noun

  1. het winkelbedrijf (handel; zaak; nering; kleine onderneming; bedrijf)
    Geschäft; der Laden; der Handelsbetrieb

Translation Matrix for winkelbedrijf:

NounRelated TranslationsOther Translations
Geschäft bedrijf; handel; kleine onderneming; nering; winkelbedrijf; zaak bergplaats; deal; depot; opslagplaats; opslagruimte; pakhuis; transactie; voorraadschuur; warenhuis; winkel; winkelzaak; zaak
Handelsbetrieb bedrijf; handel; kleine onderneming; nering; winkelbedrijf; zaak
Laden bedrijf; handel; kleine onderneming; nering; winkelbedrijf; zaak laden; winkelruimte
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
Geschäft Werk

Related Words for "winkelbedrijf":

  • winkelbedrijven