Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. bezittelijk voornaamwoord:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for bezittelijk voornaamwoord from Dutch to English

bezittelijk voornaamwoord:

bezittelijk voornaamwoord [het ~] noun

  1. het bezittelijk voornaamwoord

Translation Matrix for bezittelijk voornaamwoord:

NounRelated TranslationsOther Translations
possessive pronoun bezittelijk voornaamwoord

Wiktionary Translations for bezittelijk voornaamwoord:

bezittelijk voornaamwoord
noun
  1. pronoun in the possessive case

Cross Translation:
FromToVia
bezittelijk voornaamwoord possessive pronoun PossessivpronomenLinguistik: besitzanzeigendes Pronomen

Related Translations for bezittelijk voornaamwoord