Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. corrigeren:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for corrigeren from Dutch to English

corrigeren:

corrigeren verb (corrigeer, corrigeert, corrigeerde, corrigeerden, gecorrigeerd)

  1. corrigeren (verbeteren)
    to correct; to rectify; to put straight; to set right
    • correct verb (corrects, corrected, correcting)
    • rectify verb (rectifies, rectified, rectifying)
    • put straight verb (puts straight, put straight, putting straight)
    • set right verb (sets right, set right, setting right)
  2. corrigeren (verbeteren; herstellen; bijwerken; )
    to improve
    – to make better 1
    • improve verb (improves, improved, improving)
      • The editor improved the manuscript with his changes1
    to correct; to renew; to get better; to make better; to better
    • correct verb (corrects, corrected, correcting)
    • renew verb (renews, renewed, renewing)
    • get better verb (gets better, got better, getting better)
    • make better verb (makes better, made better, making better)
    • better verb (betters, bettered, bettering)

Conjugations for corrigeren:

o.t.t.
  1. corrigeer
  2. corrigeert
  3. corrigeert
  4. corrigeren
  5. corrigeren
  6. corrigeren
o.v.t.
  1. corrigeerde
  2. corrigeerde
  3. corrigeerde
  4. corrigeerden
  5. corrigeerden
  6. corrigeerden
v.t.t.
  1. heb gecorrigeerd
  2. hebt gecorrigeerd
  3. heeft gecorrigeerd
  4. hebben gecorrigeerd
  5. hebben gecorrigeerd
  6. hebben gecorrigeerd
v.v.t.
  1. had gecorrigeerd
  2. had gecorrigeerd
  3. had gecorrigeerd
  4. hadden gecorrigeerd
  5. hadden gecorrigeerd
  6. hadden gecorrigeerd
o.t.t.t.
  1. zal corrigeren
  2. zult corrigeren
  3. zal corrigeren
  4. zullen corrigeren
  5. zullen corrigeren
  6. zullen corrigeren
o.v.t.t.
  1. zou corrigeren
  2. zou corrigeren
  3. zou corrigeren
  4. zouden corrigeren
  5. zouden corrigeren
  6. zouden corrigeren
en verder
  1. ben gecorrigeerd
  2. bent gecorrigeerd
  3. is gecorrigeerd
  4. zijn gecorrigeerd
  5. zijn gecorrigeerd
  6. zijn gecorrigeerd
diversen
  1. corrigeer!
  2. corrigeert!
  3. gecorrigeerd
  4. corrigerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for corrigeren:

VerbRelated TranslationsOther Translations
better beteren; bijwerken; corrigeren; goedmaken; herstellen; herzien; renoveren; repareren; verbeteren afmaken; completeren; perfectioneren; vervolledigen; vervolmaken; volledig maken; voltooien
correct beteren; bijwerken; corrigeren; goedmaken; herstellen; herzien; renoveren; repareren; verbeteren goedmaken; rechtstrijken; rechtzetten
get better beteren; bijwerken; corrigeren; goedmaken; herstellen; herzien; renoveren; repareren; verbeteren beteren; erop vooruit gaan; leven beteren; vooruitkomen; vorderen
improve beteren; bijwerken; corrigeren; goedmaken; herstellen; herzien; renoveren; repareren; verbeteren afmaken; beter worden; beteren; bijschaven; bijwerken; completeren; erop vooruit gaan; leven beteren; perfectioneren; progressie maken; updaten; verbeteren; vervolledigen; vervolmaken; volledig maken; voltooien; vooruitgang boeken; vooruitkomen; vorderen
make better beteren; bijwerken; corrigeren; goedmaken; herstellen; herzien; renoveren; repareren; verbeteren afmaken; completeren; perfectioneren; vervolledigen; vervolmaken; volledig maken; voltooien
put straight corrigeren; verbeteren goedmaken; rechtstrijken; rechtzetten
rectify corrigeren; verbeteren bijspijkeren; goedmaken; inhalen; rechtstrijken; rechttrekken; rechtzetten; rectificeren
renew beteren; bijwerken; corrigeren; goedmaken; herstellen; herzien; renoveren; repareren; verbeteren hernieuwen; herstellen; in goede staat brengen; nieuw leven inblazen; opknappen; opnieuw doen; overdoen; renoveren; verbeteren; vernieuwen
set right corrigeren; verbeteren goedmaken; rechtstrijken; rechtzetten; rectificeren
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
correct akkoord; correct; goed; in orde; juist; juiste; keurig; mee eens; onberispelijk; onbesproken; precies
ModifierRelated TranslationsOther Translations
better beter; superieur

Wiktionary Translations for corrigeren:

corrigeren
verb
  1. iets van fouten ontdoen
corrigeren
verb
  1. To make something that was not valid become right
  2. to change the pitch
  3. to make better
  4. to correct or amend something

Cross Translation:
FromToVia
corrigeren correct; adjust korrigieren — (transitiv) einen Fehler in (von) etwas (jemandem) berichtigen, eine Korrektur durchführen
corrigeren correct corriger — Rectifier, améliorer conformément à une règle, à des règles