Summary


Dutch

Detailed Translations for heet from Dutch to English

heet:

heet adj

  1. heet (seksueel opgewonden; geil; opgewonden; hitsig)
    excited
    – in an aroused state 1
    horny; randy
    – feeling great sexual desire 1
    lascivious
    – driven by lust; preoccupied with or exhibiting lustful desires 1
    hot
    – sexually excited or exciting 1
    • hot adj
      • was hot for her1
      • hot pants1
  2. heet
    – erg warm 2
    hot
    – used of physical heat; having a high or higher than desirable temperature or giving off heat or feeling or causing a sensation of heat or burning 1
    • hot adj
      • hot stove1
      • hot water1
      • a hot August day1
      • a hot stuffy room1
      • she's hot and tired1
      • a hot forehead1
  3. heet (smaak prikkelend; pikant; pittig)
    appetizing; appetising
  4. heet (scherp van smaak; scherp; pikant)
  5. heet (gekruid; pittig; pikant; hartig; gepeperd)

Translation Matrix for heet:

AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
appetising heet; pikant; pittig; smaak prikkelend aanlokkelijk; appetijtelijk; eetlustopwekkend; lekker; smakelijk; verlokkend
appetizing heet; pikant; pittig; smaak prikkelend aanlokkelijk; appetijtelijk; eetlustopwekkend; lekker; smakelijk; verlokkend
excited geil; heet; hitsig; opgewonden; seksueel opgewonden geagiteerd; levendig; verhit
exciting geil; heet; hitsig; opgewonden; seksueel opgewonden aangrijpend; boeiend; opwindend; pakkend; pikant; sexy; spannende; zinderende
heated geil; heet; hitsig; opgewonden; seksueel opgewonden fel; geagiteerd; heftig; hevig; levendig; verhit; verwoed; vurig
horny geil; heet; hitsig; opgewonden; seksueel opgewonden soppig; wellustig
hot geil; heet; hitsig; opgewonden; seksueel opgewonden hot
lascivious geil; heet; hitsig; opgewonden; seksueel opgewonden soppig; wellustig; zinnelijk
peppery gekruid; gepeperd; hartig; heet; pikant; pittig
piquant heet; pikant; scherp; scherp van smaak pikant
randy geil; heet; hitsig; opgewonden; seksueel opgewonden oversekst
seasoned gekruid; gepeperd; hartig; heet; pikant; pittig belegen; door en door; doorgewinterd; doorgewinterde; doorkneed; geroutineerd; geslepen; uitgeslapen
spicy gekruid; gepeperd; hartig; heet; pikant; pittig; scherp; scherp van smaak gekruid; gepeperd; hartig; kruidig; pittig; stout; zoutig
ModifierRelated TranslationsOther Translations
peppered gekruid; gepeperd; hartig; heet; pikant; pittig
spiced gekruid; gepeperd; hartig; heet; pikant; pittig; scherp; scherp van smaak gekruid; gepeperd; hartig; kruidig; pittig

Related Words for "heet":

  • heetst, heetste

Antonyms for "heet":


Related Definitions for "heet":

  1. erg warm2
    • de soep is te heet om te eten2
  2. wat een scherpe branderige smaak heeft2
    • deze sambal is erg heet2

Wiktionary Translations for heet:

heet
adjective
  1. heel warm
heet
adjective
  1. slang: physically very attractive
  2. spicy
  3. having a high temperature

Cross Translation:
FromToVia
heet hot heiß — von sehr hoch Temperatur, wärmer als warm
heet hot heißsexuell aufreizend oder erregt; geil
heet hot heiß — in aufregender/entscheidender Phase befindlich

heten:

heten verb (heet, heette, heetten, geheten)

  1. heten (moeten doorgaan voor; doorgaan voor)

Conjugations for heten:

o.t.t.
  1. heet
  2. heet
  3. heet
  4. heten
  5. heten
  6. heten
o.v.t.
  1. heette
  2. heette
  3. heette
  4. heetten
  5. heetten
  6. heetten
v.t.t.
  1. heb geheten
  2. hebt geheten
  3. heeft geheten
  4. hebben geheten
  5. hebben geheten
  6. hebben geheten
v.v.t.
  1. had geheten
  2. had geheten
  3. had geheten
  4. hadden geheten
  5. hadden geheten
  6. hadden geheten
o.t.t.t.
  1. zal heten
  2. zult heten
  3. zal heten
  4. zullen heten
  5. zullen heten
  6. zullen heten
o.v.t.t.
  1. zou heten
  2. zou heten
  3. zou heten
  4. zouden heten
  5. zouden heten
  6. zouden heten
diversen
  1. heet!
  2. heet!
  3. geheten
  4. hetend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for heten:

VerbRelated TranslationsOther Translations
be reported to be doorgaan voor; heten; moeten doorgaan voor
pass for doorgaan voor; heten; moeten doorgaan voor

Related Definitions for "heten":

  1. die naam hebben2
    • hoe heet je vader?2

Wiktionary Translations for heten:

heten
verb
  1. op een bepaalde wijze genoemd zijn
heten
verb
  1. to be called
  2. to have a specific name

Cross Translation:
FromToVia
heten be called heißen — genannt werden, den Namen haben
heten call; summon appelerdésigner quelqu’un par son nom ; pourvoir quelqu’un d’un nom.
heten name; call; designate; dub; label; term nommer — Attribuer, imposer un nom à une personne ou une chose. (Sens général).
heten called s’appelerporter le nom de.

Related Translations for heet