Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. televisietoestel:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for televisietoestel from Dutch to English

televisietoestel:

televisietoestel [het ~] noun

  1. het televisietoestel (buis; televisie; televisieapparaat)
    the television; the tube; the TV set; the television set
  2. het televisietoestel

Translation Matrix for televisietoestel:

NounRelated TranslationsOther Translations
TV set buis; televisie; televisieapparaat; televisietoestel
television buis; televisie; televisieapparaat; televisietoestel televisie; tv
television equipment televisietoestel
television set buis; televisie; televisieapparaat; televisietoestel
tube buis; televisie; televisieapparaat; televisietoestel buis; etui; foedraal; koker; kokervormig doosje; metro; ondergrondse; tube

Related Words for "televisietoestel":

  • televisietoestellen

Wiktionary Translations for televisietoestel:

televisietoestel
noun
  1. een toestel dat een elektrisch of elektromagnetisch signaal omzet in beeld en geluid