Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. aaneenrijgen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for aaneenrijgen from Dutch to English

aaneenrijgen:

aaneenrijgen verb

  1. aaneenrijgen (rijgen)
    to tack; to change tack
    • tack verb (tacks, tacked, tacking)
    • change tack verb (changes tack, changed tack, changing tack)

Translation Matrix for aaneenrijgen:

NounRelated TranslationsOther Translations
tack kleine spijker met platte kop; kopspijker; rijgsteek; spijkertje
VerbRelated TranslationsOther Translations
change tack aaneenrijgen; rijgen
tack aaneenrijgen; rijgen kruisen; laveren; opkruisen; oplaveren; overstag gaan; tegen de wind in varen

Wiktionary Translations for aaneenrijgen:

aaneenrijgen
verb
  1. link together
  2. connect
  3. put on a string