Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. behoeden:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for behoeden from Dutch to English

behoeden:

behoeden verb (behoed, behoedt, behoedde, behoedden, behoed)

  1. behoeden (beschermen; behouden; in bescherming nemen)
    to protect; to guard; to shield
    • protect verb (protects, protected, protecting)
    • guard verb (guards, guarded, guarding)
    • shield verb (shields, shielded, shielding)
  2. behoeden (bewaren; beschermen)
    to preserve; to save; guard from; to shield
    • preserve verb (preserves, preserved, preserving)
    • save verb (saves, saved, saving)
    • guard from verb
    • shield verb (shields, shielded, shielding)

Conjugations for behoeden:

o.t.t.
  1. behoed
  2. behoedt
  3. behoedt
  4. behoeden
  5. behoeden
  6. behoeden
o.v.t.
  1. behoedde
  2. behoedde
  3. behoedde
  4. behoedden
  5. behoedden
  6. behoedden
v.t.t.
  1. heb behoed
  2. hebt behoed
  3. heeft behoed
  4. hebben behoed
  5. hebben behoed
  6. hebben behoed
v.v.t.
  1. had behoed
  2. had behoed
  3. had behoed
  4. hadden behoed
  5. hadden behoed
  6. hadden behoed
o.t.t.t.
  1. zal behoeden
  2. zult behoeden
  3. zal behoeden
  4. zullen behoeden
  5. zullen behoeden
  6. zullen behoeden
o.v.t.t.
  1. zou behoeden
  2. zou behoeden
  3. zou behoeden
  4. zouden behoeden
  5. zouden behoeden
  6. zouden behoeden
diversen
  1. behoed!
  2. behoedt!
  3. behoed
  4. behoedend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for behoeden:

NounRelated TranslationsOther Translations
guard baanschuiver; begeleiding; beveiliging; bewaker; cipier; deurwachter; die wakker is; escorte; garde; gevangenbewaarder; op wacht staan; persoon die op wacht staat; portier; schildwacht; suppoost; vergezellen; wacht; wachter; waker; wakker; wakker persoon
preserve geconserveerd voedsel; inmaak; jam
shield beschermkap
VerbRelated TranslationsOther Translations
guard behoeden; behouden; beschermen; in bescherming nemen beschermen; bescherming bieden; beschutten; beveiligen; bewaken; hoeden; hoeden voor; in bescherming nemen; opletten; toezien op; van alarm voorzien; verdedigen; vrijwaren; waken; waken over
guard from behoeden; beschermen; bewaren
preserve behoeden; beschermen; bewaren balsemen; behouden; beschermen; bescherming bieden; beschutten; bewaren; conserveren; handhaven; in blik conserveren; inbalsemen; inblikken; inleggen; inmaken; instandhouden; stand houden; verduurzamen
protect behoeden; behouden; beschermen; in bescherming nemen afdekken; afschermen; afschutten; beschermen; bescherming bieden; beschutten; beveiligen; conserveren; hoeden; in bescherming nemen; instandhouden; opkomen voor; van alarm voorzien; verdedigen; vrijwaren
save behoeden; beschermen; bewaren beschermen; bescherming bieden; beschutten; besparen; bewaren; bezuinigen; bijeenzamelen; conserveren; geld besparen; in acht nemen; instandhouden; korten; matigen; minder gebruiken; ontzien; op bankrekening zetten; opeenhopen; oppotten; opslaan; opzij leggen; redden; sparen; vergaren; verschonen; verzamelen; wegzetten
shield behoeden; behouden; beschermen; bewaren; in bescherming nemen beschermen; bescherming bieden; beschutten; in bescherming nemen; verdedigen
ModifierRelated TranslationsOther Translations
save behalve; behoudens; buiten; met uitsluiting van; uitgezonderd

Wiktionary Translations for behoeden:

behoeden
verb
  1. prohibit; forbid; avert
  2. to protect
  1. to guard and protect

Cross Translation:
FromToVia
behoeden look after; take care gaumen — (transitiv), Schweiz: auf jemandem, etwas aufpassen; in seine Obhut nehmen
behoeden shelter; harbour; harbor abriter — mettre à l'abri
behoeden protect; cover; back; guard; keep; look after; watch over; preserve; safeguard; watch protégerprendre la défense de quelqu’un, de quelque chose ; prêter secours et appui.
behoeden guard; preserve; protect; save préserver — préserver