Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. detachement:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for detachement from Dutch to English

detachement:

detachement [de ~] noun

  1. de detachement (afdeling; departement; sectie; tak)
    the department; the division; the section; the ward; the detachment; the brigade
    the branch
    – a division of some larger or more complex organization 1
    • branch [the ~] noun
      • a branch of Congress1
      • botany is a branch of biology1
      • the Germanic branch of Indo-European languages1

Translation Matrix for detachement:

NounRelated TranslationsOther Translations
branch afdeling; departement; detachement; sectie; tak agentschap; bedrijfstak; beroepsgroep; bijkantoor; boomtak; branche; branche-element; deelsoort; economische sector; ent; filiaal; hulpkantoor; loot; sectie; tak; takje; twijg; vakgroep; vertakking; voorwaardelijke branche; zijtak
brigade afdeling; departement; detachement; sectie; tak brigade
department afdeling; departement; detachement; sectie; tak ambtsgebied; bestuursgebied; bestuursregio; departement; gebied; gewest; gordel; gouw; jurisdictie; landstreek; ministerie; oord; plaats; provincie; rayon; rechtsgebied; regio; ressort; rijksonderdeel; sectie; streek; terrein; territorium; vakgroep; zone
detachment afdeling; departement; detachement; sectie; tak afstandelijkheid; gereserveerdheid; kilte; koelheid; koelte; onbevangenheid; openhartigheid; openheid; oprechtheid; rondborstigheid; rondheid
division afdeling; departement; detachement; sectie; tak afdeling; aftakking; brigade; conflict; disharmonie; divisie; hoofdgroep; onenigheid; scheiding; scheuring; schisma; sectie; segregatie; splitsing; tweedracht; tweespalt; tweestrijd; twist; verbreking; verdeeldheid; verdeling; vertakking; vete
section afdeling; departement; detachement; sectie; tak aandeel; basisbestanddeel; bestanddeel; brigade; brokje; component; deel; doorsnede; doorsnee; eindje; element; fractie; fragmentje; gedeelte; ingrediënt; klein stukje; onderdeel; part; partje; presentatiesectie; profiel; profielstaal; rubriek; sectie; segment; snijding; snippertje; stuk; stukje
ward afdeling; departement; detachement; sectie; tak beschermeling; buitenwijk; buurt; centrum; handelswijk; jonge leerling; plein; protégé; pupil; sectie; stadsdeel; stadskwartier; stadswijk; wijk; woonwijk
VerbRelated TranslationsOther Translations
branch aftakken; uitvoeren als vertakking; vertakken; vertakking

Related Words for "detachement":


Wiktionary Translations for detachement:

detachement
noun
  1. military: temporary unit
  2. military unit

Cross Translation:
FromToVia
detachement detachment; force; squad; unit; team; shift détachementaction de se détacher ou état de celui qui s’est détaché d’une passion, d’un sentiment, de tout ce qui peut captiver trop l’esprit ou le cœur.
detachement group; band; detachment; force; squad; unit; team; shift; bunch groupeensemble de personnes, voire d’animaux.
detachement team; detachment; force; squad; unit; shift équipegroupe de travailleurs attacher à un travail spécial.