Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. doezelig:


Dutch

Detailed Translations for doezelig from Dutch to English

doezelig:

doezelig adj

  1. doezelig (soezerig; suf)

Translation Matrix for doezelig:

NounRelated TranslationsOther Translations
soporific slaapdrank; slaapmiddel
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
dozy doezelig; soezerig; suf daas; dof; geesteloos; mat; soezerig; suf; versuft
drowsy doezelig; soezerig; suf daas; dof; dommelig; geesteloos; lodderig; mat; slaperig; soezerig; soezig; suf; suffig; versuft
fuzzy doezelig; soezerig; suf donzig; pluizig; vaag; verward
sleepy doezelig; soezerig; suf daas; dof; geesteloos; mat; slaapdronken; soezerig; soezig; suf; versuft
soporific doezelig; soezerig; suf daas; dof; geesteloos; mat; slaapverwekkend; slaapwekkend; soezerig; suf; versuft
OtherRelated TranslationsOther Translations
fuzzy bedoezelen

Related Words for "doezelig":

  • doezelige