Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. doorsijpelen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for doorsijpelen from Dutch to English

doorsijpelen:

doorsijpelen verb (sijpel door, sijpelt door, sijpelde door, sijpelden door, doorgesijpeld)

  1. doorsijpelen (filteren)
    to seep through; to filter through
    • seep through verb (seeps through, seeped through, seeping through)
    • filter through verb (filters through, filtered through, filtering through)

Conjugations for doorsijpelen:

o.t.t.
  1. sijpel door
  2. sijpelt door
  3. sijpelt door
  4. sijpelen door
  5. sijpelen door
  6. sijpelen door
o.v.t.
  1. sijpelde door
  2. sijpelde door
  3. sijpelde door
  4. sijpelden door
  5. sijpelden door
  6. sijpelden door
v.t.t.
  1. ben doorgesijpeld
  2. bent doorgesijpeld
  3. is doorgesijpeld
  4. zijn doorgesijpeld
  5. zijn doorgesijpeld
  6. zijn doorgesijpeld
v.v.t.
  1. was doorgesijpeld
  2. was doorgesijpeld
  3. was doorgesijpeld
  4. waren doorgesijpeld
  5. waren doorgesijpeld
  6. waren doorgesijpeld
o.t.t.t.
  1. zal doorsijpelen
  2. zult doorsijpelen
  3. zal doorsijpelen
  4. zullen doorsijpelen
  5. zullen doorsijpelen
  6. zullen doorsijpelen
o.v.t.t.
  1. zou doorsijpelen
  2. zou doorsijpelen
  3. zou doorsijpelen
  4. zouden doorsijpelen
  5. zouden doorsijpelen
  6. zouden doorsijpelen
diversen
  1. sijpel door!
  2. sijpelt door!
  3. doorgesijpeld
  4. doorsijpelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for doorsijpelen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
filter through doorsijpelen; filteren doorschemeren
seep through doorsijpelen; filteren

Wiktionary Translations for doorsijpelen:

doorsijpelen
verb
  1. (intransitive) spread slowly or gradually

Related Translations for doorsijpelen