Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. dwepen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for dwepen from Dutch to English

dwepen:

dwepen verb (dweep, dweept, dweepte, dweepten, gedweept)

  1. dwepen
    idolise; to rave; to be fanatical; to idolize
    • idolise verb, British
    • rave verb (raves, raved, raving)
    • be fanatical verb (is fanatical, being fanatical)
    • idolize verb, American (idolizes, idolized, idolizing)

Conjugations for dwepen:

o.t.t.
  1. dweep
  2. dweept
  3. dweept
  4. dwepen
  5. dwepen
  6. dwepen
o.v.t.
  1. dweepte
  2. dweepte
  3. dweepte
  4. dweepten
  5. dweepten
  6. dweepten
v.t.t.
  1. heb gedweept
  2. hebt gedweept
  3. heeft gedweept
  4. hebben gedweept
  5. hebben gedweept
  6. hebben gedweept
v.v.t.
  1. had gedweept
  2. had gedweept
  3. had gedweept
  4. hadden gedweept
  5. hadden gedweept
  6. hadden gedweept
o.t.t.t.
  1. zal dwepen
  2. zult dwepen
  3. zal dwepen
  4. zullen dwepen
  5. zullen dwepen
  6. zullen dwepen
o.v.t.t.
  1. zou dwepen
  2. zou dwepen
  3. zou dwepen
  4. zouden dwepen
  5. zouden dwepen
  6. zouden dwepen
diversen
  1. dweep!
  2. dweept!
  3. gedweept
  4. dwepend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for dwepen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
be fanatical dwepen
idolise dwepen aanbidden; adoreren; verafgoden
idolize dwepen aanbidden; adoreren; verafgoden
rave dwepen donderen; fulmineren; ijlen; kletsen; onzin uitkramen; onzin verkopen; raaskallen; razen; te keer gaan; tekeergaan; tieren; uit de slof schieten; uitvaren; wartaal spreken

Wiktionary Translations for dwepen:


Cross Translation:
FromToVia
dwepen adore schwärmenfür etwas oder jemanden schwärmen: sich für etwas oder jemanden außerordentlich begeistern