Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. gekladder:


Dutch

Detailed Translations for gekladder from Dutch to English

gekladder:

gekladder [znw.] noun

  1. gekladder (slecht handschrift; krabbel; hanenpoten; gekrabbel; prulgeschrift)
    the scrawl

Translation Matrix for gekladder:

NounRelated TranslationsOther Translations
scrawl gekladder; gekrabbel; hanenpoten; krabbel; prulgeschrift; slecht handschrift aantekening; briefje; gekrabbel; hanenpoot; kattebelletje; kladbriefje; kladje; krabbel; krabbelbriefje; krabbelen; met de nagels krabbelen; noot; notitie; opschrijving; schrijfsel
VerbRelated TranslationsOther Translations
scrawl kalken; kladden; krabbelen