Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. godzaligheid:
  2. godzalig:


Dutch

Detailed Translations for godzaligheid from Dutch to English

godzaligheid:

godzaligheid [de ~ (v)] noun

  1. de godzaligheid
    the piety; the godliness; the devoutness

Translation Matrix for godzaligheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
devoutness godzaligheid gelovigheid; godsdienstigheid; godsvrucht; godvrezendheid; godvruchtigheid; vroomheid
godliness godzaligheid godsdienstigheid; godvrezendheid; godvruchtigheid; vroomheid
piety godzaligheid gelovigheid; godsdienstigheid; godsvrucht; godvrezendheid; godvruchtigheid; piëteit; vroomheid

Related Words for "godzaligheid":


godzalig:

godzalig adj

  1. godzalig

Translation Matrix for godzalig:

AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
devout godzalig devoot; geestelijk; gelovig; godsdienstig; godsvruchtig; godvruchtig; kerkelijk; religieus; vroom
godly godzalig devoot; godsvruchtig; godvrezend; vroom
pious godzalig devoot; geestelijk; gelovig; godsdienstig; godsvruchtig; godvruchtig; kerkelijk; religieus; vroom
ModifierRelated TranslationsOther Translations
God-fearing godzalig geestelijk; gelovig; godsdienstig; godvrezend; godvruchtig; kerkelijk; religieus; vroom

Related Words for "godzalig":