Dutch
Detailed Translations for in werking treden from Dutch to English
in werking treden:
in werking treden verb (treed in werking, treedt in werking, trad in werking, traden in werking, in werking getreden)
-
in werking treden
Conjugations for in werking treden:
o.t.t.
- treed in werking
- treedt in werking
- treedt in werking
- treden in werking
- treden in werking
- treden in werking
o.v.t.
- trad in werking
- trad in werking
- trad in werking
- traden in werking
- traden in werking
- traden in werking
v.t.t.
- ben in werking getreden
- bent in werking getreden
- is in werking getreden
- zijn in werking getreden
- zijn in werking getreden
- zijn in werking getreden
v.v.t.
- was in werking getreden
- was in werking getreden
- was in werking getreden
- waren in werking getreden
- waren in werking getreden
- waren in werking getreden
o.t.t.t.
- zal in werking treden
- zult in werking treden
- zal in werking treden
- zullen in werking treden
- zullen in werking treden
- zullen in werking treden
o.v.t.t.
- zou in werking treden
- zou in werking treden
- zou in werking treden
- zouden in werking treden
- zouden in werking treden
- zouden in werking treden
diversen
- treed in werking!
- treedt in werking!
- in werking getreden
- in werking tredend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for in werking treden:
| Verb | Related Translations | Other Translations |
| start to work | in werking treden | beginnen met werk; beginnen te werken |