Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. knoedel:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for knoedel from Dutch to English

knoedel:

knoedel [de ~ (m)] noun

  1. de knoedel (wrong; vlecht; kluwen; )
    the knot; the bun; the knot of hair

Translation Matrix for knoedel:

NounRelated TranslationsOther Translations
bun haarknot; kluwen; knoedel; knoedeltje; knoet; knot; knotje; vlecht; wrong knot; knotje haar; toet
knot haarknot; kluwen; knoedel; knoedeltje; knoet; knot; knotje; vlecht; wrong knot; schuifknoop; streng garen; strik
knot of hair haarknot; kluwen; knoedel; knoedeltje; knoet; knot; knotje; vlecht; wrong pluk haar; toet
VerbRelated TranslationsOther Translations
knot aan elkaar binden; aan elkaar knopen; bevestigen; knopen; strikken; vastknopen; verbinden

Related Words for "knoedel":


Wiktionary Translations for knoedel:

knoedel
noun
  1. food

Cross Translation:
FromToVia
knoedel lump; dumpling Kloß — aus einer Teigmasse (meist aus Kartoffeln) bestehende, kugelige Speise